peuterspeelzaal
Dutch (Brabantic)
/ˌpøː.tərˈspeːl.zaːl/
noun
Definitions
- (Netherlands) An educational institution for children usually age 2 to 4, with a strong focus on play and socialising; a nursery school, a kindergarten.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish peuter (toddler) + Dutch, Flemish spelen (play)+ Dutch, Flemish zaal (room, hall, ward).
Origin
Dutch (Brabantic)
zaal
Gloss
room, hall, ward
Concept
Semantic Field
The house
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
堂
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanspelen Dutch, Flemish
- afspelen Dutch, Flemish
- balzaal Dutch, Flemish
- bespelen Dutch, Flemish
- collegezaal Dutch, Flemish
- concertzaal Dutch, Flemish
- congreszaal Dutch, Flemish
- danszaal Dutch, Flemish
- feestzaal Dutch, Flemish
- filmzaal Dutch, Flemish
- gehoorzaal Dutch, Flemish
- inspelen Dutch, Flemish
- kerkzaal Dutch, Flemish
- klaarspelen Dutch, Flemish
- langspeelplaat Dutch, Flemish
- leeszaal Dutch, Flemish
- medezaal Dutch, Flemish
- overspelen Dutch, Flemish
- peuter Dutch, Flemish
- rechtszaal Dutch, Flemish
- rechtzaal Dutch, Flemish
- schrijfzaal Dutch, Flemish
- slaapzaal Dutch, Flemish
- speelbaar Dutch, Flemish
- speelbal Dutch, Flemish
- speeldoos Dutch, Flemish
- speelfilm Dutch, Flemish
- speelgoed Dutch, Flemish
- speelhal Dutch, Flemish
- speelstad Dutch, Flemish
- speelster Dutch, Flemish
- speelstuk Dutch, Flemish
- speeltuig Dutch, Flemish
- speelvogel Dutch, Flemish
- spelen Dutch, Flemish
- speler Dutch, Flemish
- spelevaren Dutch, Flemish
- toespelen Dutch, Flemish
- troonzaal Dutch, Flemish
- valsspelen Dutch, Flemish
- vergaderzaal Dutch, Flemish
- woordspeling Dutch, Flemish
- zaal Dutch, Flemish
- zaalhulp Dutch, Flemish
- zaalkerk Dutch, Flemish
- zaalvoetbal Dutch, Flemish
- ziekenzaal Dutch, Flemish
- sal Indonesian
- sale Middle Dutch
- spēlen Middle Dutch
- saal Afrikaans
- speel Afrikaans
- zaal
- speler
- spelen
- peuter
- balzaal
- kerkzaal
- zaalhulp
- zaalkerk
- medezaal
- leeszaal
- bespelen
- danszaal
- inspelen
- speelhal
- afspelen
- speelbal
- filmzaal
- toespelen
- speelfilm
- speelbaar
- speeldoos
- feestzaal
- speeltuig
- aanspelen
- speelgoed
- troonzaal
- speelstuk
- speelster
- slaapzaal
- rechtzaal
- speelstad
- overspelen
- spelevaren
- ziekenzaal
- rechtszaal
- speelvogel
- gehoorzaal
- valsspelen
- klaarspelen
- congreszaal
- zaalvoetbal
- collegezaal
- schrijfzaal
- concertzaal
- woordspeling
- vergaderzaal
- langspeelplaat