mijnramp
Dutch (Brabantic)
/ˈmɛi̯n.rɑmp/
noun
Definitions
- mine disaster, mining disaster
Etymology
Compound from Dutch, Flemish mijn (mine, my) + Dutch, Flemish ramp (disaster).
Origin
Dutch (Brabantic)
ramp
Gloss
disaster
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- diamantmijn Dutch, Flemish
- goudmijn Dutch, Flemish
- ijzermijn Dutch, Flemish
- kernramp Dutch, Flemish
- kolenmijn Dutch, Flemish
- kopermijn Dutch, Flemish
- landmijn Dutch, Flemish
- meneer Dutch, Flemish
- mevrouw Dutch, Flemish
- mijn Dutch, Flemish
- mijnarbeider Dutch, Flemish
- mijnbouw Dutch, Flemish
- mijnenveld Dutch, Flemish
- mijngas Dutch, Flemish
- mijngraver Dutch, Flemish
- mijnheer Dutch, Flemish
- mijnhout Dutch, Flemish
- mijningenieur Dutch, Flemish
- mijnschacht Dutch, Flemish
- mijnsteenberg Dutch, Flemish
- mijnstreek Dutch, Flemish
- mijnwagen Dutch, Flemish
- mijnwet Dutch, Flemish
- mijnwezen Dutch, Flemish
- milieuramp Dutch, Flemish
- natuurramp Dutch, Flemish
- olieramp Dutch, Flemish
- ramp Dutch, Flemish
- rampspoed Dutch, Flemish
- ramptoerisme Dutch, Flemish
- rampzalig Dutch, Flemish
- scheepsramp Dutch, Flemish
- staatsmijn Dutch, Flemish
- tegenmijn Dutch, Flemish
- vliegramp Dutch, Flemish
- vuurwerkramp Dutch, Flemish
- zeemijn Dutch, Flemish
- zilvermijn Dutch, Flemish
- zoutmijn Dutch, Flemish
- mijn Middle Dutch
- mine Middle Dutch
- ramp Middle Dutch
- myn Afrikaans
- mijn
- ramp
- meneer
- mijngas
- mevrouw
- mijnwet
- zeemijn
- kernramp
- mijnheer
- olieramp
- zoutmijn
- goudmijn
- mijnbouw
- mijnhout
- landmijn
- mijnwezen
- ijzermijn
- kolenmijn
- rampzalig
- mijnwagen
- rampspoed
- vliegramp
- tegenmijn
- kopermijn
- natuurramp
- mijnenveld
- milieuramp
- staatsmijn
- zilvermijn
- mijnstreek
- mijngraver
- scheepsramp
- diamantmijn
- mijnschacht
- vuurwerkramp
- ramptoerisme
- mijnarbeider
- mijningenieur
- mijnsteenberg