goudmijn
Dutch (Brabantic)
/ˈɣɑu̯t.mɛi̯n/
noun
Definitions
- (literally) goldmine mine where gold ore is extracted
- (figuratively) goldmine source of rich, easy profit
Etymology
Compound from Dutch, Flemish goud (gold) + Dutch, Flemish mijn (mine, my).
Origin
Dutch (Brabantic)
mijn
Gloss
mine, my
Concept
Semantic Field
Possession
Ontological Category
Other
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Goudkust Dutch, Flemish
- bladgoud Dutch, Flemish
- boekjesgoud Dutch, Flemish
- diamantmijn Dutch, Flemish
- goud Dutch, Flemish
- goudbaar Dutch, Flemish
- goudbruin Dutch, Flemish
- gouddelver Dutch, Flemish
- gouddraad Dutch, Flemish
- goudeerlijk Dutch, Flemish
- gouden Dutch, Flemish
- goudfazant Dutch, Flemish
- goudgeel Dutch, Flemish
- goudhamster Dutch, Flemish
- goudjakhals Dutch, Flemish
- goudklomp Dutch, Flemish
- goudkoorts Dutch, Flemish
- goudleer Dutch, Flemish
- goudplevier Dutch, Flemish
- goudpluvier Dutch, Flemish
- goudsbloem Dutch, Flemish
- goudsmid Dutch, Flemish
- goudstaaf Dutch, Flemish
- goudstuk Dutch, Flemish
- goudvink Dutch, Flemish
- goudvis Dutch, Flemish
- goudwolf Dutch, Flemish
- goudzoeker Dutch, Flemish
- gulden Dutch, Flemish
- ijzermijn Dutch, Flemish
- klatergoud Dutch, Flemish
- kolenmijn Dutch, Flemish
- kopermijn Dutch, Flemish
- landmijn Dutch, Flemish
- meneer Dutch, Flemish
- mevrouw Dutch, Flemish
- mijn Dutch, Flemish
- mijnarbeider Dutch, Flemish
- mijnbouw Dutch, Flemish
- mijnenveld Dutch, Flemish
- mijngas Dutch, Flemish
- mijngraver Dutch, Flemish
- mijnheer Dutch, Flemish
- mijnhout Dutch, Flemish
- mijningenieur Dutch, Flemish
- mijnramp Dutch, Flemish
- mijnschacht Dutch, Flemish
- mijnsteenberg Dutch, Flemish
- mijnstreek Dutch, Flemish
- mijnwagen Dutch, Flemish
- mijnwet Dutch, Flemish
- mijnwezen Dutch, Flemish
- staatsmijn Dutch, Flemish
- tegenmijn Dutch, Flemish
- vergulden Dutch, Flemish
- witgoud Dutch, Flemish
- zeemijn Dutch, Flemish
- zilvermijn Dutch, Flemish
- zoutmijn Dutch, Flemish
- gout Middle Dutch
- mijn Middle Dutch
- mine Middle Dutch
- goud Afrikaans
- goudmyn Afrikaans
- myn Afrikaans
- gowtu Sranan Tongo
- goud
- mijn
- gulden
- gouden
- meneer
- mijnwet
- goudvis
- witgoud
- mijngas
- mevrouw
- zeemijn
- goudstuk
- mijnramp
- Goudkust
- zoutmijn
- bladgoud
- goudwolf
- goudvink
- goudgeel
- mijnbouw
- mijnhout
- mijnheer
- goudbaar
- goudleer
- goudsmid
- landmijn
- mijnwezen
- tegenmijn
- goudstaaf
- ijzermijn
- goudklomp
- kolenmijn
- gouddraad
- kopermijn
- goudbruin
- vergulden
- mijnwagen
- staatsmijn
- gouddelver
- zilvermijn
- mijnenveld
- goudfazant
- mijngraver
- goudsbloem
- goudzoeker
- mijnstreek
- goudkoorts
- klatergoud
- diamantmijn
- boekjesgoud
- goudpluvier
- mijnschacht
- goudeerlijk
- goudhamster
- goudplevier
- goudjakhals
- mijnarbeider
- mijningenieur
- mijnsteenberg