gelijkspanning
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- (electricity) direct/continuous voltage (not alternating)
Etymology
Compound from Dutch, Flemish gelijk (equal, alike, like, right, rightness) + Dutch, Flemish spanning (voltage, tension).
Origin
Dutch (Brabantic)
spanning
Gloss
voltage, tension
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- gelijk Dutch, Flemish
- gelijkaardig Dutch, Flemish
- gelijkberechtiging Dutch, Flemish
- gelijkheid Dutch, Flemish
- gelijkmatig Dutch, Flemish
- gelijknamig Dutch, Flemish
- gelijkrichten Dutch, Flemish
- gelijkschakelen Dutch, Flemish
- gelijkspel Dutch, Flemish
- gelijkstaat Dutch, Flemish
- gelijkstelling Dutch, Flemish
- gelijkstemmen Dutch, Flemish
- gelijkstroom Dutch, Flemish
- gelijktijdig Dutch, Flemish
- gelijktonig Dutch, Flemish
- gelijkvloers Dutch, Flemish
- gelijkwaardig Dutch, Flemish
- gelijkzijdig Dutch, Flemish
- hoogspanning Dutch, Flemish
- insgelijks Dutch, Flemish
- laagspanning Dutch, Flemish
- ongelijk Dutch, Flemish
- oppervlaktespanning Dutch, Flemish
- overspanning Dutch, Flemish
- soortgelijk Dutch, Flemish
- spannen Dutch, Flemish
- spanning Dutch, Flemish
- spanningsbron Dutch, Flemish
- spanningsmeter Dutch, Flemish
- wisselspanning Dutch, Flemish
- spaning Indonesian
- *gilīk Old Dutch
- gelijk
- spannen
- ongelijk
- spanning
- gelijkheid
- insgelijks
- gelijkspel
- gelijknamig
- gelijkstaat
- gelijktonig
- gelijkmatig
- soortgelijk
- gelijkstroom
- laagspanning
- hoogspanning
- gelijkzijdig
- gelijkvloers
- gelijkaardig
- overspanning
- gelijktijdig
- gelijkrichten
- spanningsbron
- gelijkstemmen
- gelijkwaardig
- gelijkstelling
- wisselspanning
- spanningsmeter
- gelijkschakelen
- gelijkberechtiging
- oppervlaktespanning