gelijkvloers
Dutch (Brabantic)
adj
Definitions
- at-grade
Etymology
Compound from Dutch, Flemish gelijk (equal, alike, like, right, rightness) + Dutch, Flemish vloer (floor).
Origin
Dutch (Brabantic)
vloer
Gloss
floor
Concept
Semantic Field
The house
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
🤣
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- dansvloer Dutch, Flemish
- dorsvloer Dutch, Flemish
- gelijk Dutch, Flemish
- gelijkaardig Dutch, Flemish
- gelijkberechtiging Dutch, Flemish
- gelijkheid Dutch, Flemish
- gelijkmatig Dutch, Flemish
- gelijknamig Dutch, Flemish
- gelijkrichten Dutch, Flemish
- gelijkschakelen Dutch, Flemish
- gelijkspanning Dutch, Flemish
- gelijkspel Dutch, Flemish
- gelijkstaat Dutch, Flemish
- gelijkstelling Dutch, Flemish
- gelijkstemmen Dutch, Flemish
- gelijkstroom Dutch, Flemish
- gelijktijdig Dutch, Flemish
- gelijktonig Dutch, Flemish
- gelijkwaardig Dutch, Flemish
- gelijkzijdig Dutch, Flemish
- insgelijks Dutch, Flemish
- ongelijk Dutch, Flemish
- soortgelijk Dutch, Flemish
- vloer Dutch, Flemish
- vloerbedekking Dutch, Flemish
- vloerkleed Dutch, Flemish
- vloerverwarming Dutch, Flemish
- vloerwerk Dutch, Flemish
- werkvloer Dutch, Flemish
- vloer Middle Dutch
- vloer Afrikaans
- *gilīk Old Dutch
- vloer
- gelijk
- ongelijk
- vloerwerk
- dansvloer
- werkvloer
- dorsvloer
- gelijkheid
- insgelijks
- gelijkspel
- vloerkleed
- gelijknamig
- gelijkstaat
- gelijktonig
- gelijkmatig
- soortgelijk
- gelijkstroom
- gelijkzijdig
- gelijkaardig
- gelijktijdig
- gelijkrichten
- gelijkstemmen
- gelijkwaardig
- vloerbedekking
- gelijkstelling
- gelijkspanning
- gelijkschakelen
- vloerverwarming
- gelijkberechtiging