gelijkstroom
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- (electricity) direct current
Etymology
Compound from Dutch, Flemish gelijk (equal, alike, like, right, rightness) + Dutch, Flemish stroom (current, stream, electricity, flow).
Origin
Dutch (Brabantic)
stroom
Gloss
current, stream, electricity, flow
Concept
Semantic Field
The physical world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
電
Emoji
⚡️ 🌩️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- bloedstroom Dutch, Flemish
- gelijk Dutch, Flemish
- gelijkaardig Dutch, Flemish
- gelijkberechtiging Dutch, Flemish
- gelijkheid Dutch, Flemish
- gelijkmatig Dutch, Flemish
- gelijknamig Dutch, Flemish
- gelijkrichten Dutch, Flemish
- gelijkschakelen Dutch, Flemish
- gelijkspanning Dutch, Flemish
- gelijkspel Dutch, Flemish
- gelijkstaat Dutch, Flemish
- gelijkstelling Dutch, Flemish
- gelijkstemmen Dutch, Flemish
- gelijktijdig Dutch, Flemish
- gelijktonig Dutch, Flemish
- gelijkvloers Dutch, Flemish
- gelijkwaardig Dutch, Flemish
- gelijkzijdig Dutch, Flemish
- insgelijks Dutch, Flemish
- krachtstroom Dutch, Flemish
- lijnstroom Dutch, Flemish
- lijnstroomdichtheid Dutch, Flemish
- luchtstroom Dutch, Flemish
- maalstroom Dutch, Flemish
- modderstroom Dutch, Flemish
- muistroom Dutch, Flemish
- onderstroom Dutch, Flemish
- ongelijk Dutch, Flemish
- oppervlaktestroom Dutch, Flemish
- oppervlaktestroomdichtheid Dutch, Flemish
- soortgelijk Dutch, Flemish
- straalstroom Dutch, Flemish
- stromen Dutch, Flemish
- stroom Dutch, Flemish
- stroomafwaarts Dutch, Flemish
- stroombed Dutch, Flemish
- stroombedding Dutch, Flemish
- stroombekken Dutch, Flemish
- stroombotje Dutch, Flemish
- stroombron Dutch, Flemish
- stroomdraad Dutch, Flemish
- stroomgebied Dutch, Flemish
- stroomlijn Dutch, Flemish
- stroommeter Dutch, Flemish
- stroomomvormer Dutch, Flemish
- stroomopwaarts Dutch, Flemish
- stroomrekening Dutch, Flemish
- stroomsterkte Dutch, Flemish
- stroomstoot Dutch, Flemish
- stroomstoring Dutch, Flemish
- stroomtrein Dutch, Flemish
- stroomuitval Dutch, Flemish
- volumestroomdichtheid Dutch, Flemish
- wisselstroom Dutch, Flemish
- woordenstroom Dutch, Flemish
- setrum Indonesian
- strôom Middle Dutch
- *gilīk Old Dutch
- stroom
- gelijk
- stromen
- ongelijk
- stroombed
- muistroom
- stroomlijn
- lijnstroom
- gelijkheid
- insgelijks
- stroombron
- gelijkspel
- maalstroom
- stroombotje
- luchtstroom
- stroomdraad
- bloedstroom
- stroomstoot
- stroommeter
- gelijknamig
- stroomtrein
- gelijkstaat
- gelijktonig
- gelijkmatig
- soortgelijk
- onderstroom
- krachtstroom
- wisselstroom
- straalstroom
- modderstroom
- gelijkzijdig
- gelijkvloers
- stroombekken
- gelijkaardig
- stroomgebied
- stroomuitval
- gelijktijdig
- stroombedding
- gelijkrichten
- gelijkstemmen
- stroomstoring
- gelijkwaardig
- woordenstroom
- stroomsterkte
- gelijkstelling
- stroomopwaarts
- stroomrekening
- gelijkspanning
- stroomomvormer
- stroomafwaarts
- gelijkschakelen
- oppervlaktestroom
- gelijkberechtiging
- lijnstroomdichtheid
- volumestroomdichtheid
- oppervlaktestroomdichtheid