hoogspanning
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- (electricity) high voltage
Etymology
Compound from Dutch, Flemish hoog (high) + Dutch, Flemish spanning (voltage, tension).
Origin
Dutch (Brabantic)
spanning
Gloss
voltage, tension
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Hoogduits Dutch, Flemish
- gelijkspanning Dutch, Flemish
- hogedrukpan Dutch, Flemish
- hoog Dutch, Flemish
- hoogachtend Dutch, Flemish
- hoogbouw Dutch, Flemish
- hoogdoorlaatfilter Dutch, Flemish
- hooggebergte Dutch, Flemish
- hooggerechtshof Dutch, Flemish
- hooghartig Dutch, Flemish
- hoogheemraadschap Dutch, Flemish
- hoogheid Dutch, Flemish
- hoogland Dutch, Flemish
- hoogleraar Dutch, Flemish
- hoogmis Dutch, Flemish
- hoogpolig Dutch, Flemish
- hoogstand Dutch, Flemish
- hoogte Dutch, Flemish
- hoogverraad Dutch, Flemish
- hoogwaardig Dutch, Flemish
- hoogwerker Dutch, Flemish
- hoogzwanger Dutch, Flemish
- laagspanning Dutch, Flemish
- omhoog Dutch, Flemish
- ophogen Dutch, Flemish
- oppervlaktespanning Dutch, Flemish
- overspanning Dutch, Flemish
- spannen Dutch, Flemish
- spanning Dutch, Flemish
- spanningsbron Dutch, Flemish
- spanningsmeter Dutch, Flemish
- torenhoog Dutch, Flemish
- wisselspanning Dutch, Flemish
- spaning Indonesian
- hooch Middle Dutch
- hoog Afrikaans
- hoog
- omhoog
- hoogte
- hoogmis
- spannen
- ophogen
- hoogland
- hoogheid
- hoogbouw
- spanning
- Hoogduits
- torenhoog
- hoogpolig
- hoogstand
- hoogleraar
- hooghartig
- hoogwerker
- hoogachtend
- hoogzwanger
- hoogverraad
- hogedrukpan
- hoogwaardig
- laagspanning
- hooggebergte
- overspanning
- spanningsbron
- wisselspanning
- gelijkspanning
- spanningsmeter
- hooggerechtshof
- hoogheemraadschap
- hoogdoorlaatfilter
- oppervlaktespanning