dagloon
Dutch (Brabantic)
/ˈdɑx.loːn/
noun
Definitions
- daily pay, daily wages, as opposed to hourly or long-term remuneration
Etymology
Inherited from Middle Dutch dachloon compound from Dutch, Flemish dag (day, representative assembly, goodbye) + Dutch, Flemish loon (wage, pay, wages).
Origin
Dutch (Brabantic)
loon
Gloss
wage, pay, wages
Concept
Semantic Field
Possession
Ontological Category
Action/Process
Kanji
払
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- -daags Dutch, Flemish
- Bevrijdingsdag Dutch, Flemish
- Bondsdag Dutch, Flemish
- Koninginnedag Dutch, Flemish
- Koningsdag Dutch, Flemish
- Moederdag Dutch, Flemish
- Prinsjesdag Dutch, Flemish
- Vaderdag Dutch, Flemish
- arbeidsdag Dutch, Flemish
- bededag Dutch, Flemish
- biddag Dutch, Flemish
- breiloon Dutch, Flemish
- briefloon Dutch, Flemish
- dag Dutch, Flemish
- dag-en-nachtevening Dutch, Flemish
- dagactief Dutch, Flemish
- dagblad Dutch, Flemish
- dagboek Dutch, Flemish
- dagdagelijks Dutch, Flemish
- dagdeel Dutch, Flemish
- dagdief Dutch, Flemish
- dagdier Dutch, Flemish
- dagelijks Dutch, Flemish
- dagloner Dutch, Flemish
- dagmars Dutch, Flemish
- dagregister Dutch, Flemish
- dagreis Dutch, Flemish
- dagvaart Dutch, Flemish
- dagverblijf Dutch, Flemish
- dagverhaal Dutch, Flemish
- dagvlinder Dutch, Flemish
- dagwijzer Dutch, Flemish
- dierendag Dutch, Flemish
- dingdag Dutch, Flemish
- eendaags Dutch, Flemish
- eerstdaags Dutch, Flemish
- ereloon Dutch, Flemish
- feestdag Dutch, Flemish
- geboortedag Dutch, Flemish
- hedendaags Dutch, Flemish
- herdenkingsdag Dutch, Flemish
- hongerloon Dutch, Flemish
- huwelijksdag Dutch, Flemish
- ijsdag Dutch, Flemish
- kerstdag Dutch, Flemish
- kinderdagverblijf Dutch, Flemish
- leefloon Dutch, Flemish
- lonen Dutch, Flemish
- loon Dutch, Flemish
- loon-prijsspiraal Dutch, Flemish
- loonheffing Dutch, Flemish
- loonlijst Dutch, Flemish
- loonmatiging Dutch, Flemish
- loonschaal Dutch, Flemish
- loonslaaf Dutch, Flemish
- loonsverhoging Dutch, Flemish
- maakloon Dutch, Flemish
- mandag Dutch, Flemish
- maximumloon Dutch, Flemish
- middag Dutch, Flemish
- minimumloon Dutch, Flemish
- naamdag Dutch, Flemish
- paasdag Dutch, Flemish
- pinksterdag Dutch, Flemish
- pooldag Dutch, Flemish
- rijksdag Dutch, Flemish
- rouwdag Dutch, Flemish
- rustdag Dutch, Flemish
- schrikkeldag Dutch, Flemish
- stamdag Dutch, Flemish
- sterfdag Dutch, Flemish
- sterrendag Dutch, Flemish
- stukloon Dutch, Flemish
- uurloon Dutch, Flemish
- verjaardag Dutch, Flemish
- vierdaags Dutch, Flemish
- werkdag Dutch, Flemish
- zonnedag Dutch, Flemish
- dading Indonesian
- dag Indonesian
- dach Middle Dutch
- dachloon Middle Dutch
- loon Middle Dutch
- dag Afrikaans
- loon Afrikaans
- dag
- loon
- lonen
- mandag
- middag
- ijsdag
- biddag
- -daags
- dagreis
- paasdag
- dagdief
- bededag
- dagboek
- pooldag
- rouwdag
- dingdag
- rustdag
- dagblad
- dagdeel
- dagdier
- uurloon
- stamdag
- werkdag
- ereloon
- dagmars
- naamdag
- Vaderdag
- leefloon
- eendaags
- Bondsdag
- stukloon
- breiloon
- kerstdag
- dagvaart
- maakloon
- zonnedag
- feestdag
- rijksdag
- dagloner
- sterfdag
- briefloon
- loonslaaf
- vierdaags
- Moederdag
- dierendag
- dagwijzer
- loonlijst
- dagactief
- dagelijks
- dagverhaal
- Koningsdag
- dagvlinder
- hedendaags
- hongerloon
- eerstdaags
- sterrendag
- arbeidsdag
- verjaardag
- loonschaal
- pinksterdag
- minimumloon
- maximumloon
- dagverblijf
- dagregister
- geboortedag
- Prinsjesdag
- loonheffing
- dagdagelijks
- huwelijksdag
- schrikkeldag
- loonmatiging
- Koninginnedag
- Bevrijdingsdag
- loonsverhoging
- herdenkingsdag
- loon-prijsspiraal
- kinderdagverblijf
- dag-en-nachtevening