zuurzak
Dutch (Brabantic)
/ˈzyrzɑk/
noun
Definitions
- (botany) The East Indian tree species (soursop)
- (botany) The South American tree species Annona muricata (custard apple)
- The apple-shaped fruit of either above tropical tree
Etymology
Compound from Dutch, Flemish zuur (acid, sour, acidous) + Dutch, Flemish zak (pocket, bag, sack, scrotum).
Origin
Dutch (Brabantic)
zak
Gloss
pocket, bag, sack, scrotum
Concept
Semantic Field
Clothing and grooming
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
袋
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- sack English
- aanzuren Dutch, Flemish
- achterzak Dutch, Flemish
- acrylzuur Dutch, Flemish
- aminozuur Dutch, Flemish
- azijnzuur Dutch, Flemish
- binnenzak Dutch, Flemish
- bultzak Dutch, Flemish
- carbonzuur Dutch, Flemish
- citroenzuur Dutch, Flemish
- dikzak Dutch, Flemish
- fosforzuur Dutch, Flemish
- klootzak Dutch, Flemish
- knapzak Dutch, Flemish
- kontzak Dutch, Flemish
- koolzuur Dutch, Flemish
- kunstmestzak Dutch, Flemish
- lamzak Dutch, Flemish
- luchtzak Dutch, Flemish
- maagzuur Dutch, Flemish
- melkzuur Dutch, Flemish
- mierenzuur Dutch, Flemish
- papzak Dutch, Flemish
- pennenzak Dutch, Flemish
- piszuur Dutch, Flemish
- postzak Dutch, Flemish
- puntzak Dutch, Flemish
- rugzak Dutch, Flemish
- salpeterzuur Dutch, Flemish
- slaapzak Dutch, Flemish
- theezak Dutch, Flemish
- trekzak Dutch, Flemish
- urinezuur Dutch, Flemish
- vetzak Dutch, Flemish
- vetzuur Dutch, Flemish
- vuilzak Dutch, Flemish
- wangzak Dutch, Flemish
- zak Dutch, Flemish
- zakdoek Dutch, Flemish
- zakformaat Dutch, Flemish
- zakhorloge Dutch, Flemish
- zakkam Dutch, Flemish
- zakkenrollen Dutch, Flemish
- zakkenroller Dutch, Flemish
- zakkenvuller Dutch, Flemish
- zakkenwasser Dutch, Flemish
- zakkerig Dutch, Flemish
- zaklamp Dutch, Flemish
- zaklantaarn Dutch, Flemish
- zakmes Dutch, Flemish
- zakpijp Dutch, Flemish
- zakrekenaar Dutch, Flemish
- zakwoordenboek Dutch, Flemish
- zandzak Dutch, Flemish
- zoetzuur Dutch, Flemish
- zoutzuur Dutch, Flemish
- zuur Dutch, Flemish
- zuurdamp Dutch, Flemish
- zuurdeeg Dutch, Flemish
- zuurdesem Dutch, Flemish
- zuurgraad Dutch, Flemish
- zuurkast Dutch, Flemish
- zuurkool Dutch, Flemish
- zuurpruim Dutch, Flemish
- zuurstof Dutch, Flemish
- zuurstok Dutch, Flemish
- saku Indonesian
- sac Middle Dutch
- suur Middle Dutch
- suur Afrikaans
- zak
- zuur
- zakkam
- rugzak
- lamzak
- papzak
- vetzak
- dikzak
- zakmes
- trekzak
- postzak
- zandzak
- zakpijp
- zakdoek
- bultzak
- knapzak
- piszuur
- theezak
- puntzak
- wangzak
- zaklamp
- kontzak
- vetzuur
- vuilzak
- zuurkast
- luchtzak
- zuurstof
- klootzak
- melkzuur
- zoetzuur
- zuurdamp
- maagzuur
- aanzuren
- zuurdeeg
- zoutzuur
- koolzuur
- zuurkool
- slaapzak
- zuurstok
- zakkerig
- aminozuur
- achterzak
- zuurpruim
- urinezuur
- azijnzuur
- zuurdesem
- zuurgraad
- binnenzak
- acrylzuur
- pennenzak
- fosforzuur
- carbonzuur
- zakformaat
- mierenzuur
- zakhorloge
- citroenzuur
- zakrekenaar
- zaklantaarn
- zakkenwasser
- salpeterzuur
- zakkenvuller
- zakkenrollen
- kunstmestzak
- zakkenroller
- zakwoordenboek