slaapzak
Dutch (Brabantic)
/ˈslaːp.zɑk/
noun
Definitions
- sleeping bag
Etymology
Compound from Dutch, Flemish slapen (sleep, sleeping) + Dutch, Flemish zak (pocket, bag, sack, scrotum).
Origin
Dutch (Brabantic)
zak
Gloss
pocket, bag, sack, scrotum
Concept
Semantic Field
Clothing and grooming
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
袋
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- sack English
- achterzak Dutch, Flemish
- beslapen Dutch, Flemish
- binnenzak Dutch, Flemish
- bultzak Dutch, Flemish
- dikzak Dutch, Flemish
- inslapen Dutch, Flemish
- klootzak Dutch, Flemish
- knapzak Dutch, Flemish
- kontzak Dutch, Flemish
- kunstmestzak Dutch, Flemish
- lamzak Dutch, Flemish
- luchtzak Dutch, Flemish
- ontslapen Dutch, Flemish
- overslapen Dutch, Flemish
- papzak Dutch, Flemish
- pennenzak Dutch, Flemish
- postzak Dutch, Flemish
- puntzak Dutch, Flemish
- rugzak Dutch, Flemish
- slaapbank Dutch, Flemish
- slaapbol Dutch, Flemish
- slaapfeest Dutch, Flemish
- slaapkamer Dutch, Flemish
- slaapkop Dutch, Flemish
- slaaplied Dutch, Flemish
- slaapmiddel Dutch, Flemish
- slaapmuts Dutch, Flemish
- slaappil Dutch, Flemish
- slaapstand Dutch, Flemish
- slaapzaal Dutch, Flemish
- slaapzucht Dutch, Flemish
- slapen Dutch, Flemish
- slapenstijd Dutch, Flemish
- slaper Dutch, Flemish
- theezak Dutch, Flemish
- trekzak Dutch, Flemish
- uitslapen Dutch, Flemish
- verslapen Dutch, Flemish
- vetzak Dutch, Flemish
- vuilzak Dutch, Flemish
- wangzak Dutch, Flemish
- zak Dutch, Flemish
- zakdoek Dutch, Flemish
- zakformaat Dutch, Flemish
- zakhorloge Dutch, Flemish
- zakkam Dutch, Flemish
- zakkenrollen Dutch, Flemish
- zakkenroller Dutch, Flemish
- zakkenvuller Dutch, Flemish
- zakkenwasser Dutch, Flemish
- zakkerig Dutch, Flemish
- zaklamp Dutch, Flemish
- zaklantaarn Dutch, Flemish
- zakmes Dutch, Flemish
- zakpijp Dutch, Flemish
- zakrekenaar Dutch, Flemish
- zakwoordenboek Dutch, Flemish
- zandzak Dutch, Flemish
- zuurzak Dutch, Flemish
- saku Indonesian
- sac Middle Dutch
- slâpen Middle Dutch
- zak
- zakkam
- slaper
- rugzak
- lamzak
- papzak
- vetzak
- zakmes
- slapen
- dikzak
- trekzak
- postzak
- zandzak
- zakpijp
- bultzak
- zakdoek
- knapzak
- theezak
- puntzak
- wangzak
- zaklamp
- zuurzak
- kontzak
- vuilzak
- slaappil
- luchtzak
- zakkerig
- slaapbol
- inslapen
- klootzak
- slaapkop
- beslapen
- achterzak
- slaapbank
- uitslapen
- verslapen
- slaapzaal
- slaapmuts
- ontslapen
- binnenzak
- pennenzak
- slaaplied
- slaapzucht
- slaapstand
- slaapkamer
- zakformaat
- slaapfeest
- overslapen
- zakhorloge
- slapenstijd
- slaapmiddel
- zakrekenaar
- zaklantaarn
- zakkenwasser
- zakkenvuller
- zakkenrollen
- kunstmestzak
- zakkenroller
- zakwoordenboek