zuurdamp
Dutch (Brabantic)
/ˈzyːr.dɑmp/
noun
Definitions
- acid fume
Etymology
Compound from Dutch, Flemish zuur (acid, sour, acidous) + Dutch, Flemish damp (vapor, damp, fume, steam, vapour, smoke).
Origin
Dutch (Brabantic)
damp
Gloss
vapor, damp, fume, steam, vapour, smoke
Concept
Semantic Field
Sense perception
Ontological Category
Property
Kanji
煙
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanzuren Dutch, Flemish
- acrylzuur Dutch, Flemish
- aminozuur Dutch, Flemish
- azijnzuur Dutch, Flemish
- carbonzuur Dutch, Flemish
- citroenzuur Dutch, Flemish
- damp Dutch, Flemish
- dampbad Dutch, Flemish
- dampdruk Dutch, Flemish
- dampen Dutch, Flemish
- dampkogel Dutch, Flemish
- dampkring Dutch, Flemish
- dampvormig Dutch, Flemish
- fosforzuur Dutch, Flemish
- koolzuur Dutch, Flemish
- maagzuur Dutch, Flemish
- melkzuur Dutch, Flemish
- mierenzuur Dutch, Flemish
- piszuur Dutch, Flemish
- salpeterzuur Dutch, Flemish
- urinezuur Dutch, Flemish
- vetzuur Dutch, Flemish
- zoetzuur Dutch, Flemish
- zoutzuur Dutch, Flemish
- zuur Dutch, Flemish
- zuurdeeg Dutch, Flemish
- zuurdesem Dutch, Flemish
- zuurgraad Dutch, Flemish
- zuurkast Dutch, Flemish
- zuurkool Dutch, Flemish
- zuurpruim Dutch, Flemish
- zuurstof Dutch, Flemish
- zuurstok Dutch, Flemish
- zuurzak Dutch, Flemish
- damp Middle Dutch
- suur Middle Dutch
- suur Afrikaans
- damp
- zuur
- dampen
- piszuur
- zuurzak
- vetzuur
- dampbad
- zuurkast
- zuurstof
- melkzuur
- zoetzuur
- maagzuur
- zuurdeeg
- zoutzuur
- koolzuur
- dampdruk
- zuurkool
- zuurstok
- aanzuren
- aminozuur
- zuurpruim
- urinezuur
- azijnzuur
- zuurdesem
- dampkring
- zuurgraad
- acrylzuur
- dampkogel
- fosforzuur
- dampvormig
- carbonzuur
- mierenzuur
- citroenzuur
- salpeterzuur