molenvliegtuig
Dutch (Brabantic)
/ˈmoː.lə(n)ˌvlix.tœy̯x/
noun
Definitions
- autogiro
Etymology
Compound from Dutch, Flemish molen (mill) + Dutch, Flemish vliegtuig (airplane, aeroplane, plane, aircraft).
Origin
Dutch (Brabantic)
vliegtuig
Gloss
airplane, aeroplane, plane, aircraft
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
✈️ 🛩️ 🛫 🛬 💺
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Oudemolen Dutch, Flemish
- achtkantmolen Dutch, Flemish
- amfibievliegtuig Dutch, Flemish
- bombardementsvliegtuig Dutch, Flemish
- bomvliegtuig Dutch, Flemish
- cementmolen Dutch, Flemish
- draaimolen Dutch, Flemish
- eendvliegtuig Dutch, Flemish
- gehaktmolen Dutch, Flemish
- gletsjermolen Dutch, Flemish
- jachtvliegtuig Dutch, Flemish
- koffiemolen Dutch, Flemish
- lijnvliegtuig Dutch, Flemish
- mallemolen Dutch, Flemish
- molen Dutch, Flemish
- molenaar Dutch, Flemish
- molengang Dutch, Flemish
- molensteen Dutch, Flemish
- molentocht Dutch, Flemish
- oliemolen Dutch, Flemish
- papiermolen Dutch, Flemish
- poldermolen Dutch, Flemish
- rosmolen Dutch, Flemish
- snijbonenmolen Dutch, Flemish
- snuffelvliegtuig Dutch, Flemish
- spierkrachtvliegtuig Dutch, Flemish
- spionagevliegtuig Dutch, Flemish
- standaardmolen Dutch, Flemish
- standerdmolen Dutch, Flemish
- stellingmolen Dutch, Flemish
- straalvliegtuig Dutch, Flemish
- tuig Dutch, Flemish
- verkeersvliegtuig Dutch, Flemish
- vliegen Dutch, Flemish
- vliegtuig Dutch, Flemish
- vliegtuigbom Dutch, Flemish
- vliegtuigkaper Dutch, Flemish
- vliegtuigkaping Dutch, Flemish
- vliegtuigmoederschip Dutch, Flemish
- vliegtuigongeluk Dutch, Flemish
- vliegtuigslurf Dutch, Flemish
- vrachtvliegtuig Dutch, Flemish
- vreetmolen Dutch, Flemish
- wanmolen Dutch, Flemish
- watermolen Dutch, Flemish
- watervliegtuig Dutch, Flemish
- weidemolen Dutch, Flemish
- windmolen Dutch, Flemish
- wipmolen Dutch, Flemish
- zoutmolen Dutch, Flemish
- zweefmolen Dutch, Flemish
- zweefvliegtuig Dutch, Flemish
- mōlen Middle Dutch
- meule Afrikaans
- vliegtuig Afrikaans
- tuig
- molen
- vliegen
- wipmolen
- wanmolen
- molenaar
- rosmolen
- vliegtuig
- windmolen
- zoutmolen
- Oudemolen
- molengang
- oliemolen
- draaimolen
- watermolen
- vreetmolen
- weidemolen
- mallemolen
- zweefmolen
- molensteen
- molentocht
- koffiemolen
- cementmolen
- papiermolen
- gehaktmolen
- poldermolen
- bomvliegtuig
- vliegtuigbom
- stellingmolen
- lijnvliegtuig
- eendvliegtuig
- gletsjermolen
- standerdmolen
- achtkantmolen
- snijbonenmolen
- watervliegtuig
- vliegtuigslurf
- zweefvliegtuig
- vliegtuigkaper
- standaardmolen
- jachtvliegtuig
- straalvliegtuig
- vliegtuigkaping
- vrachtvliegtuig
- vliegtuigongeluk
- snuffelvliegtuig
- amfibievliegtuig
- verkeersvliegtuig
- spionagevliegtuig
- vliegtuigmoederschip
- spierkrachtvliegtuig
- bombardementsvliegtuig