molentocht
Dutch (Brabantic)
/ˈmoː.lə(n)ˌtɔxt/
noun
Definitions
- A small waterway that connects all the other waterways in a polder to a windmill that can drain surplus water.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish molen (mill) + Dutch, Flemish tocht (trip, journey, expedition, small waterway in a polder, march).
Origin
Dutch (Brabantic)
tocht
Gloss
trip, journey, expedition, small waterway in a polder, march
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Action/Process
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Elfstedentocht Dutch, Flemish
- Oudemolen Dutch, Flemish
- aantocht Dutch, Flemish
- achtertocht Dutch, Flemish
- achtkantmolen Dutch, Flemish
- ademtocht Dutch, Flemish
- aftocht Dutch, Flemish
- boottocht Dutch, Flemish
- borgtocht Dutch, Flemish
- cementmolen Dutch, Flemish
- doortocht Dutch, Flemish
- draaimolen Dutch, Flemish
- fietstocht Dutch, Flemish
- gehaktmolen Dutch, Flemish
- gletsjermolen Dutch, Flemish
- hartstocht Dutch, Flemish
- intocht Dutch, Flemish
- koffiemolen Dutch, Flemish
- krijgstocht Dutch, Flemish
- kroegentocht Dutch, Flemish
- kruistocht Dutch, Flemish
- leeftocht Dutch, Flemish
- lijftocht Dutch, Flemish
- mallemolen Dutch, Flemish
- molen Dutch, Flemish
- molenaar Dutch, Flemish
- molengang Dutch, Flemish
- molensteen Dutch, Flemish
- molenvliegtuig Dutch, Flemish
- oliemolen Dutch, Flemish
- papiermolen Dutch, Flemish
- plundertocht Dutch, Flemish
- poldermolen Dutch, Flemish
- rosmolen Dutch, Flemish
- sledetocht Dutch, Flemish
- snijbonenmolen Dutch, Flemish
- speurtocht Dutch, Flemish
- standaardmolen Dutch, Flemish
- standerdmolen Dutch, Flemish
- stellingmolen Dutch, Flemish
- strooptocht Dutch, Flemish
- terugtocht Dutch, Flemish
- tocht Dutch, Flemish
- tochtgenoot Dutch, Flemish
- tochtig Dutch, Flemish
- uittocht Dutch, Flemish
- veldtocht Dutch, Flemish
- vreetmolen Dutch, Flemish
- wandeltocht Dutch, Flemish
- wanmolen Dutch, Flemish
- watermolen Dutch, Flemish
- weidemolen Dutch, Flemish
- windmolen Dutch, Flemish
- wipmolen Dutch, Flemish
- zoektocht Dutch, Flemish
- zoutmolen Dutch, Flemish
- zweefmolen Dutch, Flemish
- *tuhtiz Proto-Germanic
- togt Danish
- mōlen Middle Dutch
- tocht Middle Dutch
- meule Afrikaans
- tocht
- molen
- tochtig
- intocht
- aftocht
- aantocht
- wipmolen
- uittocht
- wanmolen
- molenaar
- rosmolen
- windmolen
- veldtocht
- borgtocht
- doortocht
- zoutmolen
- Oudemolen
- molengang
- leeftocht
- lijftocht
- zoektocht
- ademtocht
- oliemolen
- boottocht
- speurtocht
- draaimolen
- kruistocht
- watermolen
- vreetmolen
- sledetocht
- fietstocht
- weidemolen
- mallemolen
- terugtocht
- hartstocht
- zweefmolen
- molensteen
- strooptocht
- tochtgenoot
- koffiemolen
- cementmolen
- papiermolen
- achtertocht
- gehaktmolen
- poldermolen
- krijgstocht
- wandeltocht
- kroegentocht
- plundertocht
- stellingmolen
- gletsjermolen
- standerdmolen
- achtkantmolen
- snijbonenmolen
- Elfstedentocht
- standaardmolen
- molenvliegtuig