haarband
Dutch (Brabantic)
/ˈɦaːr.bɑnt/
noun
Definitions
- A hair tie, a hairband, a headband elastic band wrapped around the head to keep hair in place.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish haar (hair, her, haar, dry wind) + Dutch, Flemish band (bond, leash, relationship, strip, bound, strap, conveyor belt, collar, tyre, belt, track, tire, fetter).
Origin
Dutch (Brabantic)
band
Gloss
bond, leash, relationship, strip, bound, strap, conveyor belt, collar, tyre, belt, track, tire, fetter
Concept
Semantic Field
Basic actions and technology
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
襟
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- afplakband Dutch, Flemish
- armband Dutch, Flemish
- autoband Dutch, Flemish
- baardhaar Dutch, Flemish
- band Dutch, Flemish
- bandafnemer Dutch, Flemish
- bandbreedte Dutch, Flemish
- banddoorlaatfilter Dutch, Flemish
- bandeloos Dutch, Flemish
- bandenlichter Dutch, Flemish
- bandenloos Dutch, Flemish
- bandfabriek Dutch, Flemish
- bandhond Dutch, Flemish
- bandleider Dutch, Flemish
- bandopnemer Dutch, Flemish
- bandrecorder Dutch, Flemish
- bandsperfilter Dutch, Flemish
- bandwerker Dutch, Flemish
- beharing Dutch, Flemish
- binnenband Dutch, Flemish
- breedband Dutch, Flemish
- buitenband Dutch, Flemish
- cassetteband Dutch, Flemish
- draagband Dutch, Flemish
- grijsharig Dutch, Flemish
- haar Dutch, Flemish
- haarbal Dutch, Flemish
- haarborstel Dutch, Flemish
- haardos Dutch, Flemish
- haardroger Dutch, Flemish
- haarnaald Dutch, Flemish
- haarschuier Dutch, Flemish
- haarspeld Dutch, Flemish
- haarspray Dutch, Flemish
- haarstuk Dutch, Flemish
- haaruitval Dutch, Flemish
- haarverf Dutch, Flemish
- haarverlies Dutch, Flemish
- halsband Dutch, Flemish
- harig Dutch, Flemish
- keelband Dutch, Flemish
- kinband Dutch, Flemish
- klittenband Dutch, Flemish
- kortharig Dutch, Flemish
- kousenband Dutch, Flemish
- langharig Dutch, Flemish
- leiband Dutch, Flemish
- loopband Dutch, Flemish
- losbandig Dutch, Flemish
- melkboerenhondenhaar Dutch, Flemish
- okselhaar Dutch, Flemish
- plakband Dutch, Flemish
- polsband Dutch, Flemish
- reserveband Dutch, Flemish
- rockband Dutch, Flemish
- roodhaar Dutch, Flemish
- roodharig Dutch, Flemish
- rupsband Dutch, Flemish
- smalband Dutch, Flemish
- sneeuwband Dutch, Flemish
- snorhaar Dutch, Flemish
- stemband Dutch, Flemish
- verband Dutch, Flemish
- wolharig Dutch, Flemish
- zijband Dutch, Flemish
- zweephaar Dutch, Flemish
- ban Indonesian
- bant Middle Dutch
- haer Middle Dutch
- haar Afrikaans
- haar
- band
- harig
- haarbal
- kinband
- zijband
- haardos
- leiband
- verband
- armband
- stemband
- beharing
- halsband
- polsband
- haarverf
- rupsband
- rockband
- smalband
- loopband
- roodhaar
- autoband
- keelband
- plakband
- snorhaar
- wolharig
- haarstuk
- bandhond
- okselhaar
- roodharig
- draagband
- baardhaar
- haarnaald
- haarspeld
- haarspray
- zweephaar
- kortharig
- bandeloos
- losbandig
- breedband
- langharig
- bandenloos
- sneeuwband
- grijsharig
- haardroger
- haaruitval
- buitenband
- kousenband
- binnenband
- bandleider
- bandwerker
- afplakband
- reserveband
- haarborstel
- bandopnemer
- klittenband
- bandfabriek
- haarverlies
- bandbreedte
- haarschuier
- bandafnemer
- bandrecorder
- cassetteband
- bandenlichter
- bandsperfilter
- banddoorlaatfilter
- melkboerenhondenhaar