groothoeklens
Dutch (Brabantic)
/ˈɣroːt.ɦukˌlɛns/
noun
Definitions
- wide-angle lens
Etymology
Compound from Dutch, Flemish groot (big, great, large, grand, grand-, stour, adult) + Dutch, Flemish hoek (corner, angle, area, hook)+ Dutch, Flemish lens (empty, also dry, slack).
Origin
Dutch (Brabantic)
lens
Gloss
empty, also dry, slack
Concept
Semantic Field
Quantity
Ontological Category
Property
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Windhoek English
- lēns Latin
- lenz German
- Achterhoek Dutch, Flemish
- Grootoosten Dutch, Flemish
- Windhoek Dutch, Flemish
- achthoek Dutch, Flemish
- contactlens Dutch, Flemish
- driehoek Dutch, Flemish
- glooiingshoek Dutch, Flemish
- groot Dutch, Flemish
- grootbrengen Dutch, Flemish
- grootcommandeur Dutch, Flemish
- grootduizend Dutch, Flemish
- grootgrondbezitter Dutch, Flemish
- grootgrutter Dutch, Flemish
- groothandel Dutch, Flemish
- grootheid Dutch, Flemish
- groothonderd Dutch, Flemish
- grootindustrieel Dutch, Flemish
- grootkapitaal Dutch, Flemish
- grootmacht Dutch, Flemish
- grootmeester Dutch, Flemish
- grootmoedig Dutch, Flemish
- grootoorkitvos Dutch, Flemish
- grootoorvos Dutch, Flemish
- grootschalig Dutch, Flemish
- grootstad Dutch, Flemish
- grootte Dutch, Flemish
- grootvee Dutch, Flemish
- grootvorst Dutch, Flemish
- grootvorstendom Dutch, Flemish
- grootvorstin Dutch, Flemish
- grootzeil Dutch, Flemish
- grootzwaard Dutch, Flemish
- hellingshoek Dutch, Flemish
- hoek Dutch, Flemish
- hoekbal Dutch, Flemish
- hoekbank Dutch, Flemish
- hoekig Dutch, Flemish
- hoeksnelheid Dutch, Flemish
- hoeksteen Dutch, Flemish
- hoektand Dutch, Flemish
- hoekversnelling Dutch, Flemish
- hoekwant Dutch, Flemish
- invalshoek Dutch, Flemish
- leeuwenhoek Dutch, Flemish
- lens Dutch, Flemish
- lensklep Dutch, Flemish
- middelgroot Dutch, Flemish
- overgroot- Dutch, Flemish
- rechthoek Dutch, Flemish
- straathoek Dutch, Flemish
- telelens Dutch, Flemish
- uithoek Dutch, Flemish
- veelhoek Dutch, Flemish
- vijfhoek Dutch, Flemish
- zeshoek Dutch, Flemish
- Виндхук Russian
- Windhoek Portuguese
- ウィントフック Japanese
- Վինդհուկ Armenian
- hook Indonesian
- lensa Indonesian
- spoelhoek Indonesian
- grôot Middle Dutch
- hoec Middle Dutch
- groot Afrikaans
- lens Afrikaans
- 溫得和克 Chinese
- 빈트후크 Korean
- hoek
- lens
- groot
- hoekig
- hoekbal
- grootte
- zeshoek
- uithoek
- lensklep
- achthoek
- Windhoek
- vijfhoek
- grootvee
- hoektand
- hoekwant
- telelens
- veelhoek
- driehoek
- hoekbank
- grootheid
- rechthoek
- hoeksteen
- grootzeil
- grootstad
- grootmacht
- invalshoek
- straathoek
- Achterhoek
- overgroot-
- grootvorst
- groothandel
- grootmoedig
- leeuwenhoek
- Grootoosten
- contactlens
- grootzwaard
- middelgroot
- grootoorvos
- groothonderd
- grootvorstin
- grootbrengen
- grootmeester
- grootschalig
- grootgrutter
- hellingshoek
- grootduizend
- hoeksnelheid
- grootkapitaal
- glooiingshoek
- grootoorkitvos
- grootcommandeur
- grootvorstendom
- hoekversnelling
- grootindustrieel
- grootgrondbezitter