stroomtrein
Dutch (Brabantic)
/ˈstroːm.trɛi̯n/
noun
Definitions
- (uncommon) electric train
Etymology
Compound from Dutch, Flemish stroom (current, stream, electricity, flow) + Dutch, Flemish trein (train).
Origin
Dutch (Brabantic)
trein
Gloss
train
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
🚂 🚂 🚃 🚄 🚅 🚉 🚝 🛤️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- bloedstroom Dutch, Flemish
- boemeltrein Dutch, Flemish
- dieseltrein Dutch, Flemish
- flitstrein Dutch, Flemish
- forensentrein Dutch, Flemish
- gelijkstroom Dutch, Flemish
- goederentrein Dutch, Flemish
- hogesnelheidstrein Dutch, Flemish
- hospitaaltrein Dutch, Flemish
- krachtstroom Dutch, Flemish
- lijnstroom Dutch, Flemish
- lijnstroomdichtheid Dutch, Flemish
- luchtstroom Dutch, Flemish
- maalstroom Dutch, Flemish
- modderstroom Dutch, Flemish
- modeltrein Dutch, Flemish
- muistroom Dutch, Flemish
- nachttrein Dutch, Flemish
- onderstroom Dutch, Flemish
- oppervlaktestroom Dutch, Flemish
- oppervlaktestroomdichtheid Dutch, Flemish
- pantsertrein Dutch, Flemish
- smalspoortrein Dutch, Flemish
- sneltrein Dutch, Flemish
- spooktrein Dutch, Flemish
- stoomtrein Dutch, Flemish
- stoptrein Dutch, Flemish
- straalstroom Dutch, Flemish
- stromen Dutch, Flemish
- stroom Dutch, Flemish
- stroomafwaarts Dutch, Flemish
- stroombed Dutch, Flemish
- stroombedding Dutch, Flemish
- stroombekken Dutch, Flemish
- stroombotje Dutch, Flemish
- stroombron Dutch, Flemish
- stroomdraad Dutch, Flemish
- stroomgebied Dutch, Flemish
- stroomlijn Dutch, Flemish
- stroommeter Dutch, Flemish
- stroomomvormer Dutch, Flemish
- stroomopwaarts Dutch, Flemish
- stroomrekening Dutch, Flemish
- stroomsterkte Dutch, Flemish
- stroomstoot Dutch, Flemish
- stroomstoring Dutch, Flemish
- stroomuitval Dutch, Flemish
- trein Dutch, Flemish
- treinstation Dutch, Flemish
- treinstel Dutch, Flemish
- treintrekker Dutch, Flemish
- treinwagon Dutch, Flemish
- volumestroomdichtheid Dutch, Flemish
- wisselstroom Dutch, Flemish
- woordenstroom Dutch, Flemish
- zweeftrein Dutch, Flemish
- setrum Indonesian
- strôom Middle Dutch
- trein Afrikaans
- train Middle French
- trein
- stroom
- stromen
- stroombed
- muistroom
- sneltrein
- stoptrein
- treinstel
- stoomtrein
- treinwagon
- stroomlijn
- spooktrein
- lijnstroom
- nachttrein
- flitstrein
- zweeftrein
- modeltrein
- stroombron
- maalstroom
- stroombotje
- luchtstroom
- stroomdraad
- bloedstroom
- stroomstoot
- stroommeter
- dieseltrein
- onderstroom
- boemeltrein
- krachtstroom
- treinstation
- wisselstroom
- gelijkstroom
- pantsertrein
- treintrekker
- straalstroom
- modderstroom
- stroombekken
- stroomgebied
- stroomuitval
- stroombedding
- forensentrein
- goederentrein
- stroomstoring
- woordenstroom
- stroomsterkte
- smalspoortrein
- hospitaaltrein
- stroomopwaarts
- stroomrekening
- stroomomvormer
- stroomafwaarts
- oppervlaktestroom
- hogesnelheidstrein
- lijnstroomdichtheid
- volumestroomdichtheid
- oppervlaktestroomdichtheid