dichtdoen
Dutch (Brabantic)
/ˈdɪxdun/
verb
Definitions
- (transitive) to close
Etymology
Compound from Dutch, Flemish dicht (poem, dense, closed, poetry) + Dutch, Flemish doen (do).
Origin
Dutch (Brabantic)
doen
Gloss
do
Concept
Semantic Field
Basic actions and technology
Ontological Category
Action/Process
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandoen Dutch, Flemish
- afdoen Dutch, Flemish
- bedoen Dutch, Flemish
- boetedoening Dutch, Flemish
- dicht Dutch, Flemish
- dichtbij Dutch, Flemish
- dichtbinden Dutch, Flemish
- dichtbundel Dutch, Flemish
- dichten Dutch, Flemish
- dichtgaan Dutch, Flemish
- dichtheid Dutch, Flemish
- dichtplakken Dutch, Flemish
- dichtslaan Dutch, Flemish
- dierdicht Dutch, Flemish
- dierendicht Dutch, Flemish
- doen Dutch, Flemish
- doener Dutch, Flemish
- doenlijk Dutch, Flemish
- dooddoener Dutch, Flemish
- hekeldicht Dutch, Flemish
- heldendicht Dutch, Flemish
- klinkdicht Dutch, Flemish
- leerdicht Dutch, Flemish
- lofdicht Dutch, Flemish
- luchtdicht Dutch, Flemish
- maldoenerij Dutch, Flemish
- meedoen Dutch, Flemish
- misdoen Dutch, Flemish
- nadoen Dutch, Flemish
- onderdoen Dutch, Flemish
- ondicht Dutch, Flemish
- ontdoen Dutch, Flemish
- opdoen Dutch, Flemish
- opendoen Dutch, Flemish
- overdoen Dutch, Flemish
- toedoen Dutch, Flemish
- treurdicht Dutch, Flemish
- uitdoen Dutch, Flemish
- verdoen Dutch, Flemish
- voldoen Dutch, Flemish
- voordoen Dutch, Flemish
- waterdicht Dutch, Flemish
- wegdoen Dutch, Flemish
- weldoener Dutch, Flemish
- dicht Middle Dutch
- doen Middle Dutch
- doen Afrikaans
- doen
- dicht
- opdoen
- nadoen
- doener
- bedoen
- afdoen
- toedoen
- meedoen
- aandoen
- misdoen
- uitdoen
- voldoen
- verdoen
- wegdoen
- ondicht
- ontdoen
- dichten
- opendoen
- overdoen
- voordoen
- lofdicht
- dichtbij
- doenlijk
- dierdicht
- onderdoen
- dichtgaan
- dichtheid
- weldoener
- leerdicht
- luchtdicht
- klinkdicht
- hekeldicht
- waterdicht
- treurdicht
- dichtslaan
- dooddoener
- dichtbundel
- dichtbinden
- dierendicht
- maldoenerij
- heldendicht
- boetedoening
- dichtplakken