luchtdicht
Dutch (Brabantic)
/lʏxtˈdɪxt/
adj
Definitions
- airtight
Etymology
Compound from Dutch, Flemish lucht (air, sky, smell) + Dutch, Flemish dicht (poem, dense, closed, poetry).
Origin
Dutch (Brabantic)
dicht
Gloss
poem, dense, closed, poetry
Concept
Semantic Field
Spatial relations
Ontological Category
Property
Kanji
詩
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- buitenlucht Dutch, Flemish
- dicht Dutch, Flemish
- dichtbij Dutch, Flemish
- dichtbinden Dutch, Flemish
- dichtbundel Dutch, Flemish
- dichtdoen Dutch, Flemish
- dichten Dutch, Flemish
- dichtgaan Dutch, Flemish
- dichtheid Dutch, Flemish
- dichtplakken Dutch, Flemish
- dichtslaan Dutch, Flemish
- dierdicht Dutch, Flemish
- dierendicht Dutch, Flemish
- hekeldicht Dutch, Flemish
- heldendicht Dutch, Flemish
- heteluchtbad Dutch, Flemish
- heteluchtballon Dutch, Flemish
- klinkdicht Dutch, Flemish
- leerdicht Dutch, Flemish
- levenslucht Dutch, Flemish
- lofdicht Dutch, Flemish
- lucht Dutch, Flemish
- luchtaanval Dutch, Flemish
- luchtader Dutch, Flemish
- luchtafweer Dutch, Flemish
- luchtalarm Dutch, Flemish
- luchtballon Dutch, Flemish
- luchtbed Dutch, Flemish
- luchtbel Dutch, Flemish
- luchtbom Dutch, Flemish
- luchtbombardement Dutch, Flemish
- luchtbrug Dutch, Flemish
- luchtbuks Dutch, Flemish
- luchtdruk Dutch, Flemish
- luchten Dutch, Flemish
- luchtfietsen Dutch, Flemish
- luchtfoto Dutch, Flemish
- luchtgastvrouw Dutch, Flemish
- luchtgitaar Dutch, Flemish
- luchthaven Dutch, Flemish
- luchtig Dutch, Flemish
- luchtkamer Dutch, Flemish
- luchtkartering Dutch, Flemish
- luchtkasteel Dutch, Flemish
- luchtkoeler Dutch, Flemish
- luchtkussen Dutch, Flemish
- luchtkuur Dutch, Flemish
- luchtledig Dutch, Flemish
- luchtmacht Dutch, Flemish
- luchtopname Dutch, Flemish
- luchtpijp Dutch, Flemish
- luchtpomp Dutch, Flemish
- luchtpost Dutch, Flemish
- luchtpostblad Dutch, Flemish
- luchtreus Dutch, Flemish
- luchtruim Dutch, Flemish
- luchtschip Dutch, Flemish
- luchtschipper Dutch, Flemish
- luchtschommel Dutch, Flemish
- luchtschroef Dutch, Flemish
- luchtsluis Dutch, Flemish
- luchtsteen Dutch, Flemish
- luchtstroom Dutch, Flemish
- luchtvaart Dutch, Flemish
- luchtvaartuig Dutch, Flemish
- luchtverkeer Dutch, Flemish
- luchtverkenner Dutch, Flemish
- luchtverontreiniging Dutch, Flemish
- luchtverversing Dutch, Flemish
- luchtvervuiling Dutch, Flemish
- luchtvochtigheid Dutch, Flemish
- luchtwaardin Dutch, Flemish
- luchtweerstand Dutch, Flemish
- luchtweg Dutch, Flemish
- luchtzak Dutch, Flemish
- luchtzee Dutch, Flemish
- luchtziek Dutch, Flemish
- ondicht Dutch, Flemish
- openlucht Dutch, Flemish
- perslucht Dutch, Flemish
- putlucht Dutch, Flemish
- treurdicht Dutch, Flemish
- waterdicht Dutch, Flemish
- dicht Middle Dutch
- lucht Middle Dutch
- lug Afrikaans
- lucht
- dicht
- dichten
- luchtig
- luchten
- ondicht
- putlucht
- lofdicht
- luchtbel
- luchtweg
- luchtbed
- luchtzee
- luchtzak
- luchtbom
- dichtbij
- dierdicht
- luchtpomp
- luchtkuur
- luchtpost
- luchtreus
- luchtbrug
- openlucht
- luchtziek
- dichtdoen
- perslucht
- luchtfoto
- luchtbuks
- luchtpijp
- leerdicht
- luchtdruk
- luchtruim
- luchtader
- dichtgaan
- dichtheid
- luchtsluis
- luchtsteen
- luchtschip
- luchtmacht
- luchtledig
- treurdicht
- luchtkamer
- luchtalarm
- waterdicht
- dichtslaan
- klinkdicht
- hekeldicht
- luchtvaart
- luchthaven
- dichtbundel
- levenslucht
- luchtaanval
- dierendicht
- luchtkoeler
- luchtopname
- luchtafweer
- heldendicht
- buitenlucht
- luchtkussen
- luchtstroom
- dichtbinden
- luchtgitaar
- luchtballon
- luchtschroef
- luchtverkeer
- dichtplakken
- luchtwaardin
- luchtkasteel
- luchtfietsen
- heteluchtbad
- luchtschommel
- luchtvaartuig
- luchtpostblad
- luchtschipper
- luchtverkenner
- luchtkartering
- luchtweerstand
- luchtgastvrouw
- heteluchtballon
- luchtverversing
- luchtvervuiling
- luchtvochtigheid
- luchtbombardement
- luchtverontreiniging