hopbiro
Indonesian
/hop.bi.ro/
noun
Definitions
- head office
Etymology
Borrowed from Dutch, Flemish hoofdbureau, hoofd (head, chief, leader, top, main) + Dutch, Flemish bureau (office, bureau, desk, agency).
Origin
Dutch (Brabantic)
bureau
Gloss
office, bureau, desk, agency
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
机
Emoji
👨💼 👩💼 📁 📂 📎 📠
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- achterhoofd Dutch, Flemish
- balhoofd Dutch, Flemish
- bureau Dutch, Flemish
- bureaublad Dutch, Flemish
- bureaula Dutch, Flemish
- bureaulamp Dutch, Flemish
- bureaustoel Dutch, Flemish
- doodshoofd Dutch, Flemish
- dorpshoofd Dutch, Flemish
- havenhoofd Dutch, Flemish
- hoofd Dutch, Flemish
- hoofdbureau Dutch, Flemish
- hoofddeksel Dutch, Flemish
- hoofddoek Dutch, Flemish
- hoofdeling Dutch, Flemish
- hoofdfiguur Dutch, Flemish
- hoofdingang Dutch, Flemish
- hoofdkaas Dutch, Flemish
- hoofdkussen Dutch, Flemish
- hoofdkwartier Dutch, Flemish
- hoofdluis Dutch, Flemish
- hoofdmacht Dutch, Flemish
- hoofdman Dutch, Flemish
- hoofdmotief Dutch, Flemish
- hoofdpersonage Dutch, Flemish
- hoofdpersoon Dutch, Flemish
- hoofdpijn Dutch, Flemish
- hoofdreeks Dutch, Flemish
- hoofdrekenen Dutch, Flemish
- hoofdstam Dutch, Flemish
- hoofdtelefoon Dutch, Flemish
- hoofdverdachte Dutch, Flemish
- huwelijksbureau Dutch, Flemish
- ijlhoofdig Dutch, Flemish
- leeghoofd Dutch, Flemish
- opperhoofd Dutch, Flemish
- politiebureau Dutch, Flemish
- radiohoofd Dutch, Flemish
- rayonhoofd Dutch, Flemish
- reclamebureau Dutch, Flemish
- reisbureau Dutch, Flemish
- schoolhoofd Dutch, Flemish
- staatshoofd Dutch, Flemish
- stamhoofd Dutch, Flemish
- strottenhoofd Dutch, Flemish
- uitzendbureau Dutch, Flemish
- voorhoofd Dutch, Flemish
- warhoofd Dutch, Flemish
- waterhoofd Dutch, Flemish
- zeehoofd Dutch, Flemish
- bureau French
- biro Indonesian
- hop Indonesian
- hopagen Indonesian
- hovet Middle Dutch
- hôvet Middle Dutch
- buro Afrikaans
- hoof Afrikaans