hoofdtelefoon
Dutch (Brabantic)
/ˈɦoːft.teː.ləˌfoːn/
noun
Definitions
- headphone
Etymology
Compound from Dutch, Flemish hoofd (head, chief, leader, top, main) + Dutch, Flemish telefoon (telephone, phone).
Origin
Dutch (Brabantic)
telefoon
Gloss
telephone, phone
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
📞 📱
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- achterhoofd Dutch, Flemish
- balhoofd Dutch, Flemish
- doodshoofd Dutch, Flemish
- dorpshoofd Dutch, Flemish
- havenhoofd Dutch, Flemish
- hoofd Dutch, Flemish
- hoofdbureau Dutch, Flemish
- hoofddeksel Dutch, Flemish
- hoofddoek Dutch, Flemish
- hoofdeling Dutch, Flemish
- hoofdfiguur Dutch, Flemish
- hoofdingang Dutch, Flemish
- hoofdkaas Dutch, Flemish
- hoofdkussen Dutch, Flemish
- hoofdkwartier Dutch, Flemish
- hoofdluis Dutch, Flemish
- hoofdmacht Dutch, Flemish
- hoofdman Dutch, Flemish
- hoofdmotief Dutch, Flemish
- hoofdpersonage Dutch, Flemish
- hoofdpersoon Dutch, Flemish
- hoofdpijn Dutch, Flemish
- hoofdreeks Dutch, Flemish
- hoofdrekenen Dutch, Flemish
- hoofdstam Dutch, Flemish
- hoofdverdachte Dutch, Flemish
- huistelefoon Dutch, Flemish
- ijlhoofdig Dutch, Flemish
- koptelefoon Dutch, Flemish
- leeghoofd Dutch, Flemish
- opperhoofd Dutch, Flemish
- radiohoofd Dutch, Flemish
- rayonhoofd Dutch, Flemish
- schoolhoofd Dutch, Flemish
- staatshoofd Dutch, Flemish
- stamhoofd Dutch, Flemish
- strottenhoofd Dutch, Flemish
- telefoneren Dutch, Flemish
- telefonisch Dutch, Flemish
- telefonist Dutch, Flemish
- telefoon Dutch, Flemish
- telefoonboom Dutch, Flemish
- telefoonbotje Dutch, Flemish
- telefooncel Dutch, Flemish
- telefooncentrale Dutch, Flemish
- telefoonlijn Dutch, Flemish
- telefoonnummer Dutch, Flemish
- telefoonseks Dutch, Flemish
- telefoonverbinding Dutch, Flemish
- voorhoofd Dutch, Flemish
- warhoofd Dutch, Flemish
- waterhoofd Dutch, Flemish
- zeehoofd Dutch, Flemish
- téléphone French
- hop Indonesian
- hopagen Indonesian
- hopbiro Indonesian
- telepon Indonesian
- hovet Middle Dutch
- hôvet Middle Dutch
- hoof Afrikaans
- telefoon Afrikaans
- hoofd
- zeehoofd
- warhoofd
- telefoon
- hoofdman
- balhoofd
- stamhoofd
- hoofdkaas
- hoofdstam
- hoofdluis
- hoofddoek
- hoofdpijn
- voorhoofd
- leeghoofd
- dorpshoofd
- ijlhoofdig
- opperhoofd
- havenhoofd
- hoofdreeks
- hoofdmacht
- radiohoofd
- rayonhoofd
- waterhoofd
- telefonist
- hoofdeling
- doodshoofd
- hoofddeksel
- achterhoofd
- hoofdbureau
- hoofdmotief
- hoofdfiguur
- telefooncel
- koptelefoon
- hoofdingang
- telefonisch
- hoofdkussen
- schoolhoofd
- staatshoofd
- telefoneren
- telefoonlijn
- telefoonboom
- huistelefoon
- hoofdpersoon
- telefoonseks
- hoofdrekenen
- telefoonbotje
- strottenhoofd
- hoofdkwartier
- telefoonnummer
- hoofdverdachte
- hoofdpersonage
- telefooncentrale
- telefoonverbinding