schoenmaat
Dutch (Brabantic)
/ˈsxun.maːt/
noun
Definitions
- shoe size
Etymology
Compound from Dutch, Flemish schoen (shoe, cover) + Dutch, Flemish maat (measure, size, mate, partner, friend, bar, colleague, helper).
Origin
Dutch (Brabantic)
maat
Gloss
measure, size, mate, partner, friend, bar, colleague, helper
Concept
Semantic Field
Spatial relations
Ontological Category
Action/Process
Kanji
友
Emoji
🌡️ 📏 📐
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- celmaat Dutch, Flemish
- dansschoen Dutch, Flemish
- gymschoen Dutch, Flemish
- handschoen Dutch, Flemish
- inhoudsmaat Dutch, Flemish
- koksmaat Dutch, Flemish
- ledemaat Dutch, Flemish
- lengtemaat Dutch, Flemish
- maat Dutch, Flemish
- maatbeker Dutch, Flemish
- maatcilinder Dutch, Flemish
- maatje Dutch, Flemish
- maatlepel Dutch, Flemish
- maatpak Dutch, Flemish
- maatregel Dutch, Flemish
- maatschap Dutch, Flemish
- maatstaf Dutch, Flemish
- maatstreep Dutch, Flemish
- maatwoord Dutch, Flemish
- mateloos Dutch, Flemish
- matennaaier Dutch, Flemish
- matig Dutch, Flemish
- middelmatig Dutch, Flemish
- puntschoen Dutch, Flemish
- regelmaat Dutch, Flemish
- remschoen Dutch, Flemish
- rolmaat Dutch, Flemish
- schoen Dutch, Flemish
- schoenbekooievaar Dutch, Flemish
- schoenendoos Dutch, Flemish
- schoenlapper Dutch, Flemish
- schoenlepel Dutch, Flemish
- schoenmaker Dutch, Flemish
- schoenneus Dutch, Flemish
- schoenpoetser Dutch, Flemish
- schoensmeer Dutch, Flemish
- schoenveter Dutch, Flemish
- schoenzool Dutch, Flemish
- schuifmaat Dutch, Flemish
- sneeuwschoen Dutch, Flemish
- strafmaat Dutch, Flemish
- teammaat Dutch, Flemish
- vlaktemaat Dutch, Flemish
- waterschoen Dutch, Flemish
- mate Middle Dutch
- schoe Middle Dutch
- maat Afrikaans
- skoen Afrikaans
- maat
- matig
- maatje
- schoen
- rolmaat
- celmaat
- maatpak
- teammaat
- maatstaf
- mateloos
- ledemaat
- koksmaat
- maatschap
- maatwoord
- regelmaat
- remschoen
- maatlepel
- maatbeker
- maatregel
- gymschoen
- strafmaat
- schuifmaat
- lengtemaat
- vlaktemaat
- maatstreep
- handschoen
- puntschoen
- schoenzool
- dansschoen
- schoenneus
- middelmatig
- schoensmeer
- schoenlepel
- matennaaier
- waterschoen
- schoenveter
- schoenmaker
- inhoudsmaat
- schoenlapper
- schoenendoos
- maatcilinder
- sneeuwschoen
- schoenpoetser
- schoenbekooievaar