schietgebed
Dutch (Brabantic)
/ˈsxit.xəˌbɛt/
noun
Definitions
- (originally) A jaculatory prayer, a hurried prayer said in life-threatening circumstances.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish schieten (shoot, grow quickly) + Dutch, Flemish gebed (prayer).
Origin
Dutch (Brabantic)
gebed
Gloss
prayer
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanschieten Dutch, Flemish
- afschieten Dutch, Flemish
- beschieten Dutch, Flemish
- bijschieten Dutch, Flemish
- boogschieten Dutch, Flemish
- doorschieten Dutch, Flemish
- gebed Dutch, Flemish
- gebedsdienst Dutch, Flemish
- gebedshuis Dutch, Flemish
- gebedssnoer Dutch, Flemish
- getijdengebed Dutch, Flemish
- klimaatschieten Dutch, Flemish
- neerschieten Dutch, Flemish
- ontschieten Dutch, Flemish
- opschieten Dutch, Flemish
- prijsschieten Dutch, Flemish
- schietbaan Dutch, Flemish
- schietbout Dutch, Flemish
- schieten Dutch, Flemish
- schietgat Dutch, Flemish
- schietgeweer Dutch, Flemish
- schietgraag Dutch, Flemish
- schietijzer Dutch, Flemish
- schietkraam Dutch, Flemish
- schietlood Dutch, Flemish
- schietpartij Dutch, Flemish
- schietschijf Dutch, Flemish
- schietvoorraad Dutch, Flemish
- schietwilg Dutch, Flemish
- uitschieten Dutch, Flemish
- verschieten Dutch, Flemish
- volschieten Dutch, Flemish
- voorschieten Dutch, Flemish
- sekip Indonesian
- gebet Middle Dutch
- schieten Middle Dutch
- gebed Afrikaans
- skiet Afrikaans
- gebed
- schieten
- schietgat
- schietbout
- gebedshuis
- schietlood
- opschieten
- schietbaan
- beschieten
- afschieten
- schietwilg
- ontschieten
- schietkraam
- schietijzer
- gebedssnoer
- schietgraag
- aanschieten
- volschieten
- uitschieten
- bijschieten
- verschieten
- neerschieten
- schietschijf
- schietgeweer
- gebedsdienst
- voorschieten
- boogschieten
- schietpartij
- doorschieten
- getijdengebed
- prijsschieten
- schietvoorraad
- klimaatschieten