pleegmoeder
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- foster mother
Etymology
Compound from Dutch, Flemish plegen (care for, commit, bedrive, practice) + Dutch, Flemish moeder (mother, uterus, womb).
Origin
Dutch (Brabantic)
moeder
Gloss
mother, uterus, womb
Concept
Semantic Field
Kinship
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
母
Emoji
🤰 🤱 🤶
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Moederdag Dutch, Flemish
- aartsmoeder Dutch, Flemish
- baarmoeder Dutch, Flemish
- bakermoeder Dutch, Flemish
- behuwdmoeder Dutch, Flemish
- betovergrootmoeder Dutch, Flemish
- binnenmoeder Dutch, Flemish
- bonusmoeder Dutch, Flemish
- buitenmoeder Dutch, Flemish
- couppleger Dutch, Flemish
- duomoeder Dutch, Flemish
- grootmoeder Dutch, Flemish
- hondenmoeder Dutch, Flemish
- kattenmoeder Dutch, Flemish
- koningin-moeder Dutch, Flemish
- kruikenmoeder Dutch, Flemish
- kunstmoeder Dutch, Flemish
- moeder Dutch, Flemish
- moederbord Dutch, Flemish
- moederfiets Dutch, Flemish
- moedergodin Dutch, Flemish
- moederhuis Dutch, Flemish
- moederland Dutch, Flemish
- moederliefde Dutch, Flemish
- moederlijk Dutch, Flemish
- moederloog Dutch, Flemish
- moedermelk Dutch, Flemish
- moedermoord Dutch, Flemish
- moedernaakt Dutch, Flemish
- moedernegotie Dutch, Flemish
- moederschap Dutch, Flemish
- moederschip Dutch, Flemish
- moedersterfte Dutch, Flemish
- moedertaal Dutch, Flemish
- moedervlek Dutch, Flemish
- moederziel alleen Dutch, Flemish
- onthaalmoeder Dutch, Flemish
- overgrootmoeder Dutch, Flemish
- pleeggezin Dutch, Flemish
- pleegkind Dutch, Flemish
- pleegouder Dutch, Flemish
- pleegvader Dutch, Flemish
- pleegzoon Dutch, Flemish
- pleegzorg Dutch, Flemish
- pleegzuster Dutch, Flemish
- plegen Dutch, Flemish
- pleging Dutch, Flemish
- plichtpleging Dutch, Flemish
- raadplegen Dutch, Flemish
- ravenmoeder Dutch, Flemish
- schoonmoeder Dutch, Flemish
- stiefmoeder Dutch, Flemish
- veelpleger Dutch, Flemish
- verplegen Dutch, Flemish
- moeder Middle Dutch
- plien Middle Dutch
- moeder Afrikaans
- moeder
- plegen
- pleging
- verplegen
- Moederdag
- pleegzorg
- pleegkind
- duomoeder
- pleegzoon
- baarmoeder
- pleegvader
- pleeggezin
- moederlijk
- moederbord
- moedermelk
- couppleger
- veelpleger
- moedertaal
- moederland
- moederhuis
- moedervlek
- pleegouder
- raadplegen
- moederloog
- aartsmoeder
- kunstmoeder
- moedermoord
- bonusmoeder
- grootmoeder
- moederfiets
- bakermoeder
- ravenmoeder
- stiefmoeder
- moedergodin
- moederschap
- moederschip
- moedernaakt
- pleegzuster
- buitenmoeder
- hondenmoeder
- binnenmoeder
- moederliefde
- schoonmoeder
- kattenmoeder
- behuwdmoeder
- onthaalmoeder
- moedersterfte
- kruikenmoeder
- moedernegotie
- plichtpleging
- koningin-moeder
- overgrootmoeder
- moederziel alleen
- betovergrootmoeder