Hoogduits
Dutch (Brabantic)
/ɦoːxˈdœy̯ts/
proper noun
Definitions
- (dated) German; standard German used especially when m
- High German languages and dialects that have undergone the w
Etymology
Compound from Dutch, Flemish hoog (high) + Dutch, Flemish Duits (German, en, l).
Origin
Dutch (Brabantic)
Duits
Gloss
German, en, l
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Deutsch German
- deutsch German
- Duits Dutch, Flemish
- Duitse Dutch, Flemish
- Duitser Dutch, Flemish
- Duitsland Dutch, Flemish
- Duitstalig Dutch, Flemish
- Middelhoogduits Dutch, Flemish
- Nieuwhoogduits Dutch, Flemish
- Oudhoogduits Dutch, Flemish
- Platduits Dutch, Flemish
- Vroegnieuwhoogduits Dutch, Flemish
- Zwitserduits Dutch, Flemish
- hogedrukpan Dutch, Flemish
- hoog Dutch, Flemish
- hoogachtend Dutch, Flemish
- hoogbouw Dutch, Flemish
- hoogdoorlaatfilter Dutch, Flemish
- hooggebergte Dutch, Flemish
- hooggerechtshof Dutch, Flemish
- hooghartig Dutch, Flemish
- hoogheemraadschap Dutch, Flemish
- hoogheid Dutch, Flemish
- hoogland Dutch, Flemish
- hoogleraar Dutch, Flemish
- hoogmis Dutch, Flemish
- hoogpolig Dutch, Flemish
- hoogspanning Dutch, Flemish
- hoogstand Dutch, Flemish
- hoogte Dutch, Flemish
- hoogverraad Dutch, Flemish
- hoogwaardig Dutch, Flemish
- hoogwerker Dutch, Flemish
- hoogzwanger Dutch, Flemish
- nieuw Dutch, Flemish
- omhoog Dutch, Flemish
- ophogen Dutch, Flemish
- torenhoog Dutch, Flemish
- ドイツ Japanese
- 独逸 Japanese
- duutsch Middle Dutch
- hooch Middle Dutch
- Duits Afrikaans
- hoog Afrikaans
- Doisii Aukan
- hoog
- Duits
- nieuw
- omhoog
- Duitse
- hoogte
- hoogmis
- Duitser
- ophogen
- hoogland
- hoogheid
- hoogbouw
- torenhoog
- hoogpolig
- Duitsland
- Platduits
- hoogstand
- hoogleraar
- hooghartig
- hoogwerker
- Duitstalig
- hoogachtend
- hoogzwanger
- hoogverraad
- hogedrukpan
- hoogwaardig
- Oudhoogduits
- Zwitserduits
- hoogspanning
- hooggebergte
- Nieuwhoogduits
- Middelhoogduits
- hooggerechtshof
- hoogheemraadschap
- hoogdoorlaatfilter
- Vroegnieuwhoogduits