gedrag
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- behaviour, conduct
Etymology
Prefix from Dutch, Flemish dragen (carry, stem of m, wear).
Origin
Dutch (Brabantic)
dragen
Gloss
carry, stem of m, wear
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Action/Process
Kanji
着
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandragen Dutch, Flemish
- afdragen Dutch, Flemish
- bedragen Dutch, Flemish
- bijdragen Dutch, Flemish
- dier Dutch, Flemish
- diergedrag Dutch, Flemish
- draagbaar Dutch, Flemish
- draagband Dutch, Flemish
- draagdoek Dutch, Flemish
- draaggolf Dutch, Flemish
- draagkoets Dutch, Flemish
- draagkracht Dutch, Flemish
- draaglijk Dutch, Flemish
- draagster Dutch, Flemish
- draagtas Dutch, Flemish
- draagvlak Dutch, Flemish
- draagwijdte Dutch, Flemish
- dragen Dutch, Flemish
- fietsendrager Dutch, Flemish
- gedragen Dutch, Flemish
- haantje Dutch, Flemish
- haantjesgedrag Dutch, Flemish
- misdragen Dutch, Flemish
- naamdrager Dutch, Flemish
- opdragen Dutch, Flemish
- overdragen Dutch, Flemish
- rijden Dutch, Flemish
- rijgedrag Dutch, Flemish
- roerdrager Dutch, Flemish
- uitdragen Dutch, Flemish
- verdragen Dutch, Flemish
- veulendragend Dutch, Flemish
- voldragen Dutch, Flemish
- voordragen Dutch, Flemish
- wangedrag Dutch, Flemish
- drāgen Middle Dutch
- dra Afrikaans
- dier
- dragen
- rijden
- haantje
- draagtas
- bedragen
- afdragen
- gedragen
- opdragen
- draagbaar
- draaglijk
- voldragen
- aandragen
- draagdoek
- draagvlak
- uitdragen
- draagband
- verdragen
- bijdragen
- draagster
- rijgedrag
- misdragen
- wangedrag
- draaggolf
- diergedrag
- roerdrager
- overdragen
- voordragen
- naamdrager
- draagkoets
- draagkracht
- draagwijdte
- veulendragend
- fietsendrager
- haantjesgedrag