draagdoek
Dutch (Brabantic)
/ˈdraːx.duk/
noun
Definitions
- sling i.e. for a broken arm or for carrying a baby
Etymology
Compound from Dutch, Flemish dragen (carry, stem of m, wear) + Dutch, Flemish doek (cloth, canvas, linen, fabric, garment, screen, curtain).
Origin
Dutch (Brabantic)
doek
Gloss
cloth, canvas, linen, fabric, garment, screen, curtain
Concept
Semantic Field
Clothing and grooming
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
布
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandragen Dutch, Flemish
- afdragen Dutch, Flemish
- altaardoek Dutch, Flemish
- bedragen Dutch, Flemish
- bijdragen Dutch, Flemish
- blinddoek Dutch, Flemish
- doek Dutch, Flemish
- doekboom Dutch, Flemish
- draagbaar Dutch, Flemish
- draagband Dutch, Flemish
- draaggolf Dutch, Flemish
- draagkoets Dutch, Flemish
- draagkracht Dutch, Flemish
- draaglijk Dutch, Flemish
- draagster Dutch, Flemish
- draagtas Dutch, Flemish
- draagvlak Dutch, Flemish
- draagwijdte Dutch, Flemish
- dragen Dutch, Flemish
- dundoek Dutch, Flemish
- fietsendrager Dutch, Flemish
- gedrag Dutch, Flemish
- gedragen Dutch, Flemish
- halsdoek Dutch, Flemish
- handdoek Dutch, Flemish
- hoofddoek Dutch, Flemish
- lakdoek Dutch, Flemish
- lendendoek Dutch, Flemish
- misdragen Dutch, Flemish
- naamdrager Dutch, Flemish
- opdoeken Dutch, Flemish
- opdragen Dutch, Flemish
- overdragen Dutch, Flemish
- roerdrager Dutch, Flemish
- spandoek Dutch, Flemish
- stofdoek Dutch, Flemish
- theedoek Dutch, Flemish
- uitdragen Dutch, Flemish
- vaatdoek Dutch, Flemish
- verdragen Dutch, Flemish
- veulendragend Dutch, Flemish
- vlaggendoek Dutch, Flemish
- voldragen Dutch, Flemish
- voordragen Dutch, Flemish
- wisdoek Dutch, Flemish
- zakdoek Dutch, Flemish
- zeildoek Dutch, Flemish
- ズック Japanese
- duk Indonesian
- doec Middle Dutch
- drāgen Middle Dutch
- doek Afrikaans
- dra Afrikaans
- duku Sranan Tongo
- doek
- gedrag
- dragen
- lakdoek
- wisdoek
- zakdoek
- dundoek
- draagtas
- theedoek
- stofdoek
- opdoeken
- bedragen
- handdoek
- halsdoek
- vaatdoek
- afdragen
- doekboom
- gedragen
- spandoek
- opdragen
- zeildoek
- blinddoek
- draagband
- draagbaar
- draaglijk
- voldragen
- verdragen
- bijdragen
- hoofddoek
- draagster
- aandragen
- misdragen
- draagvlak
- uitdragen
- draaggolf
- lendendoek
- voordragen
- altaardoek
- overdragen
- naamdrager
- roerdrager
- draagkoets
- vlaggendoek
- draagwijdte
- draagkracht
- veulendragend
- fietsendrager