draagwijdte
Dutch (Brabantic)
/ˈdraːxˌʋɛi̯.tə/
noun
Definitions
- (military) range, scope of a ranged weapon
- (figurative) scope, importance, meaning
Etymology
Compound from Dutch, Flemish dragen (carry, stem of m, wear) + Dutch, Flemish wijdte.
Origin
Dutch (Brabantic)
wijdte
Gloss
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandragen Dutch, Flemish
- afdragen Dutch, Flemish
- bedragen Dutch, Flemish
- bijdragen Dutch, Flemish
- draagbaar Dutch, Flemish
- draagband Dutch, Flemish
- draagdoek Dutch, Flemish
- draaggolf Dutch, Flemish
- draagkoets Dutch, Flemish
- draagkracht Dutch, Flemish
- draaglijk Dutch, Flemish
- draagster Dutch, Flemish
- draagtas Dutch, Flemish
- draagvlak Dutch, Flemish
- dragen Dutch, Flemish
- fietsendrager Dutch, Flemish
- gedrag Dutch, Flemish
- gedragen Dutch, Flemish
- misdragen Dutch, Flemish
- naamdrager Dutch, Flemish
- opdragen Dutch, Flemish
- overdragen Dutch, Flemish
- reikwijdte Dutch, Flemish
- roerdrager Dutch, Flemish
- uitdragen Dutch, Flemish
- verdragen Dutch, Flemish
- veulendragend Dutch, Flemish
- voldragen Dutch, Flemish
- voordragen Dutch, Flemish
- wijd Dutch, Flemish
- wijdte Dutch, Flemish
- drāgen Middle Dutch
- wijdde Middle Dutch
- dra Afrikaans
- wijd
- gedrag
- dragen
- wijdte
- draagtas
- afdragen
- gedragen
- bedragen
- opdragen
- aandragen
- draagband
- draagdoek
- draagbaar
- misdragen
- draaglijk
- voldragen
- draagvlak
- verdragen
- bijdragen
- draagster
- uitdragen
- draaggolf
- naamdrager
- roerdrager
- reikwijdte
- draagkoets
- voordragen
- overdragen
- draagkracht
- veulendragend
- fietsendrager