tussenkomen
Dutch (Brabantic)
verb
Definitions
- to intervene
Etymology
Compound from Dutch, Flemish tussen (between, in between, in-between) + Dutch, Flemish komen (come).
Origin
Dutch (Brabantic)
komen
Gloss
come
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Action/Process
Kanji
来
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aankomen Dutch, Flemish
- achteropkomen Dutch, Flemish
- afkomen Dutch, Flemish
- bekomen Dutch, Flemish
- bijeenkomen Dutch, Flemish
- bijkomen Dutch, Flemish
- binnenkomen Dutch, Flemish
- heenkomen Dutch, Flemish
- inkomen Dutch, Flemish
- intussen Dutch, Flemish
- klaarkomen Dutch, Flemish
- komaf Dutch, Flemish
- komen Dutch, Flemish
- komenij Dutch, Flemish
- langskomen Dutch, Flemish
- meekomen Dutch, Flemish
- nakomen Dutch, Flemish
- nieuwkomer Dutch, Flemish
- omkomen Dutch, Flemish
- onderkomen Dutch, Flemish
- ondertussen Dutch, Flemish
- ontkomen Dutch, Flemish
- opkomen Dutch, Flemish
- overeenkomen Dutch, Flemish
- overkomen Dutch, Flemish
- rondkomen Dutch, Flemish
- samenkomen Dutch, Flemish
- tegemoetkomen Dutch, Flemish
- tegenkomen Dutch, Flemish
- terechtkomen Dutch, Flemish
- terugkomen Dutch, Flemish
- thuiskomen Dutch, Flemish
- tussen Dutch, Flemish
- tussenbeide Dutch, Flemish
- tussendeur Dutch, Flemish
- tussendoor Dutch, Flemish
- tussenkomst Dutch, Flemish
- tussenkop Dutch, Flemish
- tussenletter Dutch, Flemish
- tussenpaus Dutch, Flemish
- tussenpersoon Dutch, Flemish
- tussenpoos Dutch, Flemish
- tussenpunt Dutch, Flemish
- tussenstap Dutch, Flemish
- tussenstekker Dutch, Flemish
- tussenstop Dutch, Flemish
- tussentaal Dutch, Flemish
- tussentijd Dutch, Flemish
- tussentitel Dutch, Flemish
- tussenwerpen Dutch, Flemish
- uitkomen Dutch, Flemish
- voorbijkomen Dutch, Flemish
- voorkomen Dutch, Flemish
- voortkomen Dutch, Flemish
- cōmen Middle Dutch
- twisschen Middle Dutch
- kom Afrikaans
- komaf
- komen
- tussen
- omkomen
- bekomen
- komenij
- nakomen
- inkomen
- opkomen
- afkomen
- bijkomen
- aankomen
- ontkomen
- meekomen
- intussen
- uitkomen
- tussenkop
- rondkomen
- voorkomen
- overkomen
- heenkomen
- tussenpoos
- tussendeur
- tussentijd
- tussenpaus
- tussentaal
- langskomen
- voortkomen
- tussenstop
- samenkomen
- tegenkomen
- tussenpunt
- tussendoor
- klaarkomen
- terugkomen
- tussenstap
- nieuwkomer
- thuiskomen
- onderkomen
- binnenkomen
- bijeenkomen
- tussenbeide
- tussenkomst
- ondertussen
- tussentitel
- terechtkomen
- tussenletter
- overeenkomen
- voorbijkomen
- tussenwerpen
- tussenpersoon
- tegemoetkomen
- achteropkomen
- tussenstekker