tandzijde
Dutch (Brabantic)
/ˈtɑntˌsɛi̯də/
noun
Definitions
- dental floss, floss used to clean the areas between the teeth
Etymology
Compound from Dutch, Flemish tand (tooth) + Dutch, Flemish zijde (side, silk).
Origin
Dutch (Brabantic)
zijde
Gloss
side, silk
Concept
Semantic Field
The body
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
絹
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanbodzijde Dutch, Flemish
- aftands Dutch, Flemish
- anderzijds Dutch, Flemish
- baktand Dutch, Flemish
- bladzijde Dutch, Flemish
- bovenzijde Dutch, Flemish
- drietand Dutch, Flemish
- drietandig Dutch, Flemish
- eenzijdig Dutch, Flemish
- enerzijds Dutch, Flemish
- gelijkzijdig Dutch, Flemish
- giftand Dutch, Flemish
- hoektand Dutch, Flemish
- knaagtand Dutch, Flemish
- kunstzijde Dutch, Flemish
- lijzij Dutch, Flemish
- lijzijde Dutch, Flemish
- maaltand Dutch, Flemish
- melktand Dutch, Flemish
- onderzijde Dutch, Flemish
- onzijdig Dutch, Flemish
- schaduwzijde Dutch, Flemish
- tand Dutch, Flemish
- tandarts Dutch, Flemish
- tandeloos Dutch, Flemish
- tandenfee Dutch, Flemish
- tandenstoker Dutch, Flemish
- tandheelkunde Dutch, Flemish
- tandpasta Dutch, Flemish
- tandpijn Dutch, Flemish
- tandplak Dutch, Flemish
- tandplaque Dutch, Flemish
- tandrad Dutch, Flemish
- tandsteen Dutch, Flemish
- tandvlees Dutch, Flemish
- tandwalvis Dutch, Flemish
- tandwiel Dutch, Flemish
- vangtand Dutch, Flemish
- veelzijdig Dutch, Flemish
- wederzijds Dutch, Flemish
- wijsheidstand Dutch, Flemish
- zaagtand Dutch, Flemish
- zijde Dutch, Flemish
- zijdehoen Dutch, Flemish
- zijdelings Dutch, Flemish
- zijderoute Dutch, Flemish
- zijdevlinder Dutch, Flemish
- zijdgeweer Dutch, Flemish
- zonzijde Dutch, Flemish
- side Middle Dutch
- tant Middle Dutch
- tand Afrikaans
- tánda Saramaccan
- tand
- zijde
- lijzij
- tandrad
- aftands
- giftand
- baktand
- vangtand
- zaagtand
- tandarts
- onzijdig
- tandpijn
- melktand
- zonzijde
- lijzijde
- hoektand
- drietand
- tandwiel
- tandplak
- maaltand
- tandvlees
- eenzijdig
- tandsteen
- enerzijds
- tandpasta
- bladzijde
- tandeloos
- tandenfee
- zijdehoen
- knaagtand
- veelzijdig
- anderzijds
- zijderoute
- zijdelings
- onderzijde
- tandplaque
- zijdgeweer
- wederzijds
- bovenzijde
- tandwalvis
- kunstzijde
- drietandig
- aanbodzijde
- schaduwzijde
- tandenstoker
- gelijkzijdig
- zijdevlinder
- tandheelkunde
- wijsheidstand