melktand
Dutch (Brabantic)
/ˈmɛlk.tɑnt/
noun
Definitions
- A milk tooth.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish melk (milk) + Dutch, Flemish tand (tooth).
Origin
Dutch (Brabantic)
tand
Gloss
tooth
Concept
Semantic Field
The body
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
歯
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Melkweg Dutch, Flemish
- aardbeienmelk Dutch, Flemish
- aftands Dutch, Flemish
- amandelmelk Dutch, Flemish
- baktand Dutch, Flemish
- biestmelk Dutch, Flemish
- bijenmelk Dutch, Flemish
- borstmelk Dutch, Flemish
- cacaomelk Dutch, Flemish
- chocolademelk Dutch, Flemish
- drietand Dutch, Flemish
- drietandig Dutch, Flemish
- geitenmelk Dutch, Flemish
- giftand Dutch, Flemish
- gletsjermelk Dutch, Flemish
- havermelk Dutch, Flemish
- heksenmelk Dutch, Flemish
- hoektand Dutch, Flemish
- jakmelk Dutch, Flemish
- karnemelk Dutch, Flemish
- knaagtand Dutch, Flemish
- koeienmelk Dutch, Flemish
- koemelk Dutch, Flemish
- koffiemelk Dutch, Flemish
- kokosmelk Dutch, Flemish
- maaltand Dutch, Flemish
- melk Dutch, Flemish
- melkboer Dutch, Flemish
- melkbrood Dutch, Flemish
- melkchocola Dutch, Flemish
- melkchocolade Dutch, Flemish
- melkfles Dutch, Flemish
- melkgebit Dutch, Flemish
- melkglas Dutch, Flemish
- melkkoe Dutch, Flemish
- melkpoeder Dutch, Flemish
- melkslang Dutch, Flemish
- melksuiker Dutch, Flemish
- melkvee Dutch, Flemish
- melkveehouderij Dutch, Flemish
- melkzuur Dutch, Flemish
- moedermelk Dutch, Flemish
- sojamelk Dutch, Flemish
- tand Dutch, Flemish
- tandarts Dutch, Flemish
- tandeloos Dutch, Flemish
- tandenfee Dutch, Flemish
- tandenstoker Dutch, Flemish
- tandheelkunde Dutch, Flemish
- tandpasta Dutch, Flemish
- tandpijn Dutch, Flemish
- tandplak Dutch, Flemish
- tandplaque Dutch, Flemish
- tandrad Dutch, Flemish
- tandsteen Dutch, Flemish
- tandvlees Dutch, Flemish
- tandwalvis Dutch, Flemish
- tandwiel Dutch, Flemish
- tandzijde Dutch, Flemish
- vangtand Dutch, Flemish
- vogelmelk Dutch, Flemish
- wijsheidstand Dutch, Flemish
- wolfsmelk Dutch, Flemish
- zaagtand Dutch, Flemish
- melc Middle Dutch
- tant Middle Dutch
- melk Afrikaans
- melktand Afrikaans
- tand Afrikaans
- melek Tok Pisin
- merki Sranan Tongo
- melk Dutch Low Saxon
- tánda Saramaccan
- tand
- melk
- melkkoe
- tandrad
- aftands
- giftand
- koemelk
- Melkweg
- melkvee
- baktand
- jakmelk
- vangtand
- sojamelk
- zaagtand
- tandarts
- tandpijn
- melkzuur
- melkboer
- hoektand
- melkfles
- drietand
- melkglas
- tandwiel
- tandplak
- maaltand
- tandvlees
- borstmelk
- cacaomelk
- karnemelk
- havermelk
- tandsteen
- melkbrood
- melkslang
- tandzijde
- tandpasta
- wolfsmelk
- melkgebit
- vogelmelk
- biestmelk
- tandeloos
- kokosmelk
- tandenfee
- bijenmelk
- knaagtand
- koeienmelk
- melksuiker
- melkpoeder
- heksenmelk
- tandplaque
- moedermelk
- tandwalvis
- koffiemelk
- drietandig
- geitenmelk
- melkchocola
- amandelmelk
- tandenstoker
- gletsjermelk
- chocolademelk
- tandheelkunde
- melkchocolade
- aardbeienmelk
- wijsheidstand
- melkveehouderij