maandagsochtends
Dutch (Brabantic)
adv
Definitions
- Monday morning
Etymology
Compound from Dutch, Flemish maandag (monday) + Dutch, Flemish -s (adverb-forming suffix, adverbial suffix, adjective)+ Dutch, Flemish ochtend (morning)+ Dutch, Flemish -s (adverb-forming suffix, adverbial suffix, adjective).
Origin
Dutch (Brabantic)
-s
Gloss
adverb-forming suffix, adverbial suffix, adjective
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- -s Dutch, Flemish
- alvorens Dutch, Flemish
- dinsdagochtend Dutch, Flemish
- dinsdags Dutch, Flemish
- dinsdagsmorgens Dutch, Flemish
- dinsdagsochtends Dutch, Flemish
- donderdagochtend Dutch, Flemish
- donderdagsmorgens Dutch, Flemish
- donderdagsochtends Dutch, Flemish
- insgelijks Dutch, Flemish
- kinderkopjes Dutch, Flemish
- maandag Dutch, Flemish
- maandagmorgen Dutch, Flemish
- maandagochtend Dutch, Flemish
- maandags Dutch, Flemish
- maandagsmorgens Dutch, Flemish
- ochtend Dutch, Flemish
- ochtendhumeur Dutch, Flemish
- ochtendjas Dutch, Flemish
- ochtendschemering Dutch, Flemish
- ochtendspitsuur Dutch, Flemish
- ochtendstond Dutch, Flemish
- overmorgenochtend Dutch, Flemish
- ruimschoots Dutch, Flemish
- verjaardagsfeest Dutch, Flemish
- vrijdagochtend Dutch, Flemish
- vrijdags Dutch, Flemish
- vrijdagsmorgens Dutch, Flemish
- vrijdagsochtends Dutch, Flemish
- woensdagochtend Dutch, Flemish
- woensdags Dutch, Flemish
- woensdagsmorgens Dutch, Flemish
- woensdagsochtends Dutch, Flemish
- zaterdagochtend Dutch, Flemish
- zaterdags Dutch, Flemish
- zaterdagsmorgens Dutch, Flemish
- zaterdagsochtends Dutch, Flemish
- zondagochtend Dutch, Flemish
- zondagsmorgens Dutch, Flemish
- zondagsochtends Dutch, Flemish
- manendach Middle Dutch
- ochtent Middle Dutch
- Maandag Afrikaans
- oggend Afrikaans
- -s Middle Low German
- -s
- maandag
- ochtend
- maandags
- alvorens
- dinsdags
- vrijdags
- zaterdags
- woensdags
- insgelijks
- ochtendjas
- ruimschoots
- kinderkopjes
- ochtendstond
- maandagmorgen
- ochtendhumeur
- zondagochtend
- maandagochtend
- vrijdagochtend
- dinsdagochtend
- zondagsmorgens
- dinsdagsmorgens
- ochtendspitsuur
- vrijdagsmorgens
- zaterdagochtend
- maandagsmorgens
- woensdagochtend
- zondagsochtends
- donderdagochtend
- zaterdagsmorgens
- dinsdagsochtends
- woensdagsmorgens
- verjaardagsfeest
- vrijdagsochtends
- donderdagsmorgens
- zaterdagsochtends
- ochtendschemering
- woensdagsochtends
- overmorgenochtend
- donderdagsochtends