verjaardagsfeest
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- birthday party
Etymology
Compound from Dutch, Flemish verjaardag + Dutch, Flemish -s (adverb-forming suffix, adverbial suffix, adjective)+ Dutch, Flemish feest (party, feast, celebraton, celebration, festival).
Origin
Dutch (Brabantic)
feest
Gloss
party, feast, celebraton, celebration, festival
Concept
Semantic Field
Social and political relations
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
祭
Emoji
🎎 🥮
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- -s Dutch, Flemish
- Suikerfeest Dutch, Flemish
- alvorens Dutch, Flemish
- beschermfeest Dutch, Flemish
- coronafeest Dutch, Flemish
- dag Dutch, Flemish
- dansfeest Dutch, Flemish
- dinsdags Dutch, Flemish
- dinsdagsmorgens Dutch, Flemish
- dinsdagsochtends Dutch, Flemish
- donderdagsmorgens Dutch, Flemish
- donderdagsochtends Dutch, Flemish
- eeuwfeest Dutch, Flemish
- feest Dutch, Flemish
- feestbeest Dutch, Flemish
- feestbundel Dutch, Flemish
- feestdag Dutch, Flemish
- feestdos Dutch, Flemish
- feestelijk Dutch, Flemish
- feesten Dutch, Flemish
- feestganger Dutch, Flemish
- feestgedruis Dutch, Flemish
- feestschrift Dutch, Flemish
- feeststol Dutch, Flemish
- feestvarken Dutch, Flemish
- feestweek Dutch, Flemish
- feestzaal Dutch, Flemish
- huisfeest Dutch, Flemish
- insgelijks Dutch, Flemish
- kerstfeest Dutch, Flemish
- kinderfeest Dutch, Flemish
- kinderkopjes Dutch, Flemish
- lentefeest Dutch, Flemish
- lijkfeest Dutch, Flemish
- maandags Dutch, Flemish
- maandagsmorgens Dutch, Flemish
- maandagsochtends Dutch, Flemish
- neukfeest Dutch, Flemish
- paasfeest Dutch, Flemish
- ruimschoots Dutch, Flemish
- schuimfeest Dutch, Flemish
- slaapfeest Dutch, Flemish
- verjaardag Dutch, Flemish
- verjaren Dutch, Flemish
- volksfeest Dutch, Flemish
- vrijdags Dutch, Flemish
- vrijdagsmorgens Dutch, Flemish
- vrijdagsochtends Dutch, Flemish
- vrijgezellenfeest Dutch, Flemish
- woensdags Dutch, Flemish
- woensdagsmorgens Dutch, Flemish
- woensdagsochtends Dutch, Flemish
- zaterdags Dutch, Flemish
- zaterdagsmorgens Dutch, Flemish
- zaterdagsochtends Dutch, Flemish
- zondagsmorgens Dutch, Flemish
- zondagsochtends Dutch, Flemish
- fêeste Middle Dutch
- verjaardag Afrikaans
- verjaarsdag Afrikaans
- -s Middle Low German
- -s
- dag
- feest
- feesten
- maandags
- alvorens
- dinsdags
- vrijdags
- verjaren
- feestdag
- feestdos
- lijkfeest
- huisfeest
- zaterdags
- feestzaal
- feestweek
- dansfeest
- eeuwfeest
- feeststol
- woensdags
- paasfeest
- neukfeest
- lentefeest
- insgelijks
- slaapfeest
- kerstfeest
- verjaardag
- feestelijk
- volksfeest
- feestbeest
- ruimschoots
- feestganger
- coronafeest
- feestbundel
- feestvarken
- kinderfeest
- Suikerfeest
- schuimfeest
- feestschrift
- kinderkopjes
- feestgedruis
- beschermfeest
- zondagsmorgens
- dinsdagsmorgens
- vrijdagsmorgens
- maandagsmorgens
- zondagsochtends
- zaterdagsmorgens
- dinsdagsochtends
- maandagsochtends
- woensdagsmorgens
- vrijdagsochtends
- donderdagsmorgens
- zaterdagsochtends
- woensdagsochtends
- vrijgezellenfeest
- donderdagsochtends