eilandengroep
Dutch (Brabantic)
/ˈɛi̯.lɑn.də(n)ˌɣrup/
noun
Definitions
- archipelago
Etymology
Compound from Dutch, Flemish eiland (island) + Dutch, Flemish groep (group, a trench, moat).
Origin
Dutch (Brabantic)
groep
Gloss
group, a trench, moat
Kanji
団
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- gruppo Italian
- Kersteiland Dutch, Flemish
- Paaseiland Dutch, Flemish
- Stateneiland Dutch, Flemish
- aandachtsgroep Dutch, Flemish
- appgroep Dutch, Flemish
- booreiland Dutch, Flemish
- cabaretgroep Dutch, Flemish
- doelgroep Dutch, Flemish
- drukkingsgroep Dutch, Flemish
- eiland Dutch, Flemish
- eilandnatie Dutch, Flemish
- eilandstaat Dutch, Flemish
- getijdeneiland Dutch, Flemish
- groep Dutch, Flemish
- groepsapp Dutch, Flemish
- groepsgewijs Dutch, Flemish
- groepsimmuniteit Dutch, Flemish
- groepsvordering Dutch, Flemish
- hefeiland Dutch, Flemish
- kerstgroep Dutch, Flemish
- koraaleiland Dutch, Flemish
- popgroep Dutch, Flemish
- praatgroep Dutch, Flemish
- pressiegroep Dutch, Flemish
- risicogroep Dutch, Flemish
- rotseiland Dutch, Flemish
- schateiland Dutch, Flemish
- taaleiland Dutch, Flemish
- werkeiland Dutch, Flemish
- werkgroep Dutch, Flemish
- woordgroep Dutch, Flemish
- gruppo French
- eilant Middle Dutch
- eiland Afrikaans
- groep Afrikaans
- groep Western Frisian
- groppe Western Frisian
- ei Old Frisian
- land Old Frisian
- eilanti Sranan Tongo
- groep
- eiland
- appgroep
- popgroep
- hefeiland
- groepsapp
- doelgroep
- werkgroep
- Paaseiland
- werkeiland
- praatgroep
- taaleiland
- woordgroep
- kerstgroep
- rotseiland
- booreiland
- eilandstaat
- eilandnatie
- schateiland
- Kersteiland
- risicogroep
- Stateneiland
- pressiegroep
- groepsgewijs
- cabaretgroep
- koraaleiland
- aandachtsgroep
- drukkingsgroep
- getijdeneiland
- groepsvordering
- groepsimmuniteit