buikdienst
Dutch (Brabantic)
/ˈbœy̯k.dinst/
noun
Definitions
- gastrolatry
Etymology
Compound from Dutch, Flemish buik (belly, abdomen, stomach) + Dutch, Flemish dienst (service, worship, shift).
Origin
Dutch (Brabantic)
dienst
Gloss
service, worship, shift
Concept
Semantic Field
Religion and belief
Ontological Category
Action/Process
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- afgodendienst Dutch, Flemish
- bestuursdienst Dutch, Flemish
- bierbuik Dutch, Flemish
- bierpens Dutch, Flemish
- bovenbuik Dutch, Flemish
- buik Dutch, Flemish
- buikdans Dutch, Flemish
- buikdienaar Dutch, Flemish
- buikdrager Dutch, Flemish
- buikgriep Dutch, Flemish
- buikholte Dutch, Flemish
- buikloop Dutch, Flemish
- buikpijn Dutch, Flemish
- buikschuiver Dutch, Flemish
- buikspraak Dutch, Flemish
- buikspreken Dutch, Flemish
- buiktyfus Dutch, Flemish
- buikvet Dutch, Flemish
- buikvin Dutch, Flemish
- buikvlies Dutch, Flemish
- buikvloed Dutch, Flemish
- buikwand Dutch, Flemish
- buikwind Dutch, Flemish
- buikworm Dutch, Flemish
- dienen Dutch, Flemish
- dienst Dutch, Flemish
- dienstbode Dutch, Flemish
- dienstenproletariaat Dutch, Flemish
- dienstensector Dutch, Flemish
- diensthuis Dutch, Flemish
- dienstig Dutch, Flemish
- dienstknecht Dutch, Flemish
- dienstmaagd Dutch, Flemish
- dienstman Dutch, Flemish
- dienstmeid Dutch, Flemish
- dienstplicht Dutch, Flemish
- dienstrooster Dutch, Flemish
- dienstverlening Dutch, Flemish
- dienstwapen Dutch, Flemish
- dierendienst Dutch, Flemish
- eredienst Dutch, Flemish
- gebedsdienst Dutch, Flemish
- gedienstig Dutch, Flemish
- godendienst Dutch, Flemish
- godsdienst Dutch, Flemish
- huisgodendienst Dutch, Flemish
- hulpdienst Dutch, Flemish
- kerkdienst Dutch, Flemish
- lippendienst Dutch, Flemish
- onderbuik Dutch, Flemish
- onderzeebootdienst Dutch, Flemish
- onderzeedienst Dutch, Flemish
- ploegendienst Dutch, Flemish
- postdienst Dutch, Flemish
- scheurbuik Dutch, Flemish
- spekbuik Dutch, Flemish
- stoombootdienst Dutch, Flemish
- uitbuiken Dutch, Flemish
- veerdienst Dutch, Flemish
- dinas Indonesian
- buuc Middle Dutch
- dienst Middle Dutch
- diens Afrikaans
- buik
- dienen
- dienst
- buikvin
- buikvet
- buikloop
- bierpens
- buikworm
- buikdans
- buikwand
- spekbuik
- bierbuik
- dienstig
- buikwind
- buikpijn
- buikvlies
- dienstman
- uitbuiken
- buiktyfus
- eredienst
- onderbuik
- buikholte
- buikgriep
- bovenbuik
- buikvloed
- buikspraak
- postdienst
- godsdienst
- gedienstig
- scheurbuik
- diensthuis
- dienstmeid
- buikdrager
- veerdienst
- hulpdienst
- kerkdienst
- dienstbode
- dienstwapen
- buikspreken
- godendienst
- buikdienaar
- dienstmaagd
- lippendienst
- gebedsdienst
- dierendienst
- buikschuiver
- dienstplicht
- dienstknecht
- afgodendienst
- dienstrooster
- ploegendienst
- bestuursdienst
- dienstensector
- onderzeedienst
- dienstverlening
- huisgodendienst
- stoombootdienst
- onderzeebootdienst
- dienstenproletariaat