dienstverlening
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- (provision of) services
Etymology
Compound from Dutch, Flemish dienst (service, worship, shift) + Dutch, Flemish verlening (provision).
Origin
Dutch (Brabantic)
verlening
Gloss
provision
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- afgodendienst Dutch, Flemish
- bestuursdienst Dutch, Flemish
- buikdienst Dutch, Flemish
- dienen Dutch, Flemish
- dienst Dutch, Flemish
- dienstbode Dutch, Flemish
- dienstenproletariaat Dutch, Flemish
- dienstensector Dutch, Flemish
- diensthuis Dutch, Flemish
- dienstig Dutch, Flemish
- dienstknecht Dutch, Flemish
- dienstmaagd Dutch, Flemish
- dienstman Dutch, Flemish
- dienstmeid Dutch, Flemish
- dienstplicht Dutch, Flemish
- dienstrooster Dutch, Flemish
- dienstwapen Dutch, Flemish
- dierendienst Dutch, Flemish
- eredienst Dutch, Flemish
- gebedsdienst Dutch, Flemish
- gedienstig Dutch, Flemish
- godendienst Dutch, Flemish
- godsdienst Dutch, Flemish
- huisgodendienst Dutch, Flemish
- hulpdienst Dutch, Flemish
- kerkdienst Dutch, Flemish
- lippendienst Dutch, Flemish
- onderzeebootdienst Dutch, Flemish
- onderzeedienst Dutch, Flemish
- ploegendienst Dutch, Flemish
- postdienst Dutch, Flemish
- stoombootdienst Dutch, Flemish
- veerdienst Dutch, Flemish
- verlenen Dutch, Flemish
- verlening Dutch, Flemish
- dinas Indonesian
- dienst Middle Dutch
- diens Afrikaans
- dienen
- dienst
- verlenen
- dienstig
- dienstman
- eredienst
- verlening
- postdienst
- godsdienst
- gedienstig
- diensthuis
- dienstmeid
- buikdienst
- veerdienst
- hulpdienst
- kerkdienst
- dienstbode
- dienstwapen
- godendienst
- dienstmaagd
- lippendienst
- gebedsdienst
- dierendienst
- dienstplicht
- dienstknecht
- afgodendienst
- dienstrooster
- ploegendienst
- bestuursdienst
- dienstensector
- onderzeedienst
- huisgodendienst
- stoombootdienst
- onderzeebootdienst
- dienstenproletariaat