zeewezen
Dutch (Brabantic)
/ˈzeːˌʋeː.zə(n)/
noun
Definitions
- (formal) navigation, seafaring
- (countable) sea creature
Etymology
Compound from Dutch, Flemish zee (sea) + Dutch, Flemish wezen (sector, be, state, condition, creature, system, institution, occupation).
Origin
Dutch (Brabantic)
wezen
Gloss
sector, be, state, condition, creature, system, institution, occupation
Concept
Semantic Field
Miscellaneous function words
Ontological Category
Action/Process
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Javazee Dutch, Flemish
- Oostzee Dutch, Flemish
- Waddenzee Dutch, Flemish
- Zeeland Dutch, Flemish
- Zeewolde Dutch, Flemish
- Zuiderzee Dutch, Flemish
- aanwezig Dutch, Flemish
- appelblauwzeegroen Dutch, Flemish
- bankwezen Dutch, Flemish
- binnenzee Dutch, Flemish
- dijkwezen Dutch, Flemish
- fabelwezen Dutch, Flemish
- geldwezen Dutch, Flemish
- ijszee Dutch, Flemish
- leedwezen Dutch, Flemish
- luchtzee Dutch, Flemish
- mensenzee Dutch, Flemish
- mijnwezen Dutch, Flemish
- onderzeeboot Dutch, Flemish
- onderzeedienst Dutch, Flemish
- onderzees Dutch, Flemish
- onderzeevloot Dutch, Flemish
- onderzeeër Dutch, Flemish
- overzees Dutch, Flemish
- randzee Dutch, Flemish
- ruimtewezen Dutch, Flemish
- vetewezen Dutch, Flemish
- vlammenzee Dutch, Flemish
- vuurzee Dutch, Flemish
- wegwezen Dutch, Flemish
- wereldzee Dutch, Flemish
- wezen Dutch, Flemish
- wezenlijk Dutch, Flemish
- zee Dutch, Flemish
- zee-eend Dutch, Flemish
- zee-egel Dutch, Flemish
- zee-engel Dutch, Flemish
- zee-engte Dutch, Flemish
- zeeanemoon Dutch, Flemish
- zeeanjelier Dutch, Flemish
- zeearend Dutch, Flemish
- zeebaboe Dutch, Flemish
- zeebanket Dutch, Flemish
- zeebed Dutch, Flemish
- zeebedding Dutch, Flemish
- zeebeer Dutch, Flemish
- zeebeving Dutch, Flemish
- zeebodem Dutch, Flemish
- zeebonk Dutch, Flemish
- zeebreker Dutch, Flemish
- zeedahlia Dutch, Flemish
- zeedier Dutch, Flemish
- zeedijk Dutch, Flemish
- zeedonderpad Dutch, Flemish
- zeeduivel Dutch, Flemish
- zeefort Dutch, Flemish
- zeegans Dutch, Flemish
- zeegat Dutch, Flemish
- zeegedrocht Dutch, Flemish
- zeegras Dutch, Flemish
- zeehaven Dutch, Flemish
- zeeheld Dutch, Flemish
- zeehond Dutch, Flemish
- zeehoofd Dutch, Flemish
- zeeijs Dutch, Flemish
- zeekat Dutch, Flemish
- zeekoe Dutch, Flemish
- zeekoet Dutch, Flemish
- zeekomkommer Dutch, Flemish
- zeekraal Dutch, Flemish
- zeekreeft Dutch, Flemish
- zeekrokodil Dutch, Flemish
- zeekust Dutch, Flemish
- zeeland Dutch, Flemish
- zeeleeuw Dutch, Flemish
- zeeleguaan Dutch, Flemish
- zeeluipaard Dutch, Flemish
- zeemacht Dutch, Flemish
- zeeman Dutch, Flemish
- zeemeerman Dutch, Flemish
- zeemeermin Dutch, Flemish
- zeemeeuw Dutch, Flemish
- zeemijl Dutch, Flemish
- zeemijn Dutch, Flemish
- zeemonster Dutch, Flemish
- zeemuis Dutch, Flemish
- zeenaaktslak Dutch, Flemish
- zeenaald Dutch, Flemish
- zeenegenoog Dutch, Flemish
- zeenimf Dutch, Flemish
- zeeniveau Dutch, Flemish
- zeeolifant Dutch, Flemish
- zeeoor Dutch, Flemish
- zeeoorlog Dutch, Flemish
- zeeotter Dutch, Flemish
- zeepaard Dutch, Flemish
- zeeprik Dutch, Flemish
- zeereptiel Dutch, Flemish
- zeerover Dutch, Flemish
- zeerus Dutch, Flemish
- zeeschelp Dutch, Flemish
- zeeschildpad Dutch, Flemish
- zeeschip Dutch, Flemish
- zeeschuim Dutch, Flemish
- zeeschuimer Dutch, Flemish
- zeeslag Dutch, Flemish
- zeeslak Dutch, Flemish
- zeeslang Dutch, Flemish
- zeesluis Dutch, Flemish
- zeesnoek Dutch, Flemish
- zeesoldaat Dutch, Flemish
- zeespiegel Dutch, Flemish
- zeestaat Dutch, Flemish
- zeester Dutch, Flemish
- zeeton Dutch, Flemish
- zeetong Dutch, Flemish
- zeevaarder Dutch, Flemish
- zeevaart Dutch, Flemish
- zeevarken Dutch, Flemish
- zeevis Dutch, Flemish
- zeevonk Dutch, Flemish
- zeewaardig Dutch, Flemish
- zeewaarts Dutch, Flemish
- zeewater Dutch, Flemish
- zeewier Dutch, Flemish
- zeewolf Dutch, Flemish
- zeeziek Dutch, Flemish
- zeezoogdier Dutch, Flemish
- zeezout Dutch, Flemish
- *wesaną Proto-Germanic
- sêe Middle Dutch
- see Afrikaans
- wees Afrikaans
- wese Afrikaans
- *wesan gmw-pro
- se Sranan Tongo
- sé Sranan Tongo
- ze Aukan
- zé Saramaccan
- zee
- wezen
- zeeijs
- ijszee
- zeevis
- zeebed
- zeegat
- zeeton
- zeeman
- zeeoor
- zeekoe
- zeekat
- zeerus
- zeewolf
- zeemijl
- zeegras
- zeeland
- zeeslag
- zeetong
- randzee
- zeeprik
- zeegans
- zeewier
- zeefort
- zeeslak
- zeemuis
- vuurzee
- zeebeer
- Zeeland
- zeekoet
- zeester
- zeebonk
- zeevonk
- Javazee
- zeeziek
- Oostzee
- zeehond
- zeekust
- zeezout
- zeedijk
- zeedier
- zeeheld
- zeemijn
- zeenimf
- zeearend
- zeeotter
- zeemacht
- Zeewolde
- zeemeeuw
- zeebodem
- zeehoofd
- zee-egel
- wegwezen
- zeepaard
- zeevaart
- luchtzee
- zeeslang
- aanwezig
- zeewater
- zeeleeuw
- zee-eend
- zeehaven
- zeesnoek
- zeestaat
- zeekraal
- zeesluis
- zeebaboe
- zeeschip
- zeenaald
- overzees
- zeerover
- zeeoorlog
- mijnwezen
- geldwezen
- wezenlijk
- mensenzee
- leedwezen
- dijkwezen
- zeewaarts
- zeebanket
- zeeschelp
- zeedahlia
- zeekreeft
- zeevarken
- zeeniveau
- zeebeving
- zee-engte
- wereldzee
- zeeschuim
- zeebreker
- zeeduivel
- Waddenzee
- bankwezen
- zee-engel
- vetewezen
- Zuiderzee
- binnenzee
- onderzees
- zeeanemoon
- zeeleguaan
- zeereptiel
- zeemeermin
- zeeolifant
- zeewaardig
- fabelwezen
- onderzeeër
- zeespiegel
- zeesoldaat
- zeemonster
- zeemeerman
- zeevaarder
- vlammenzee
- zeebedding
- zeeschuimer
- zeekrokodil
- zeeluipaard
- zeenegenoog
- ruimtewezen
- zeeanjelier
- zeegedrocht
- zeezoogdier
- onderzeeboot
- zeeschildpad
- zeedonderpad
- zeekomkommer
- zeenaaktslak
- onderzeevloot
- onderzeedienst
- appelblauwzeegroen