wachtgeld
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- (social welfare) an allowance paid to someone who is involuntarily unemployed in their field of expertise which equates to about 70% of the expected salary at their experience level in the Netherlands
Etymology
Compound from Dutch, Flemish wachten (wait, expect, take guard) + Dutch, Flemish geld (money, levy, payment).
Origin
Dutch (Brabantic)
geld
Gloss
money, levy, payment
Concept
Semantic Field
Possession
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
金
Emoji
🏦 💰️ 💳️ 💴 💵 💶 💷 💸 💹 🤑 🧧 🪙
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanloopgeld Dutch, Flemish
- aanritsgeld Dutch, Flemish
- afwachten Dutch, Flemish
- badgeld Dutch, Flemish
- bankgeld Dutch, Flemish
- belastinggeld Dutch, Flemish
- bloedgeld Dutch, Flemish
- boomgeld Dutch, Flemish
- drinkgeld Dutch, Flemish
- geld Dutch, Flemish
- geldaanbod Dutch, Flemish
- geldautomaat Dutch, Flemish
- geldbelust Dutch, Flemish
- geldboete Dutch, Flemish
- geldezel Dutch, Flemish
- geldgroei Dutch, Flemish
- geldhandel Dutch, Flemish
- geldhoeveelheid Dutch, Flemish
- geldillusie Dutch, Flemish
- geldkraan Dutch, Flemish
- geldmarkt Dutch, Flemish
- geldneutraliteit Dutch, Flemish
- geldsnoeier Dutch, Flemish
- geldstraf Dutch, Flemish
- geldswaardig Dutch, Flemish
- geldvoorraad Dutch, Flemish
- geldwezen Dutch, Flemish
- geldwisselaar Dutch, Flemish
- geldwolf Dutch, Flemish
- geldzorg Dutch, Flemish
- gevarengeld Dutch, Flemish
- gruitgeld Dutch, Flemish
- kleingeld Dutch, Flemish
- losgeld Dutch, Flemish
- muntgeld Dutch, Flemish
- opwachten Dutch, Flemish
- overheidsgeld Dutch, Flemish
- pachtgeld Dutch, Flemish
- papiergeld Dutch, Flemish
- smartegeld Dutch, Flemish
- smartengeld Dutch, Flemish
- spaargeld Dutch, Flemish
- toegangsgeld Dutch, Flemish
- verwachten Dutch, Flemish
- veulengeld Dutch, Flemish
- wacht Dutch, Flemish
- wachten Dutch, Flemish
- wachter Dutch, Flemish
- wachthuis Dutch, Flemish
- wachtkamer Dutch, Flemish
- wachtlijst Dutch, Flemish
- wachttijd Dutch, Flemish
- wachtwoord Dutch, Flemish
- walgeld Dutch, Flemish
- weergeld Dutch, Flemish
- wisselgeld Dutch, Flemish
- zilvergeld Dutch, Flemish
- zwijggeld Dutch, Flemish
- gelt Middle Dutch
- wachten Middle Dutch
- geld Afrikaans
- warda Papiamentu
- geld
- wacht
- losgeld
- badgeld
- walgeld
- wachter
- wachten
- geldwolf
- geldezel
- geldzorg
- muntgeld
- boomgeld
- bankgeld
- weergeld
- geldmarkt
- geldboete
- wachttijd
- geldwezen
- zwijggeld
- drinkgeld
- geldstraf
- bloedgeld
- opwachten
- gruitgeld
- afwachten
- spaargeld
- geldgroei
- pachtgeld
- wachthuis
- kleingeld
- geldkraan
- zilvergeld
- wisselgeld
- geldhandel
- veulengeld
- papiergeld
- verwachten
- smartegeld
- geldaanbod
- geldbelust
- wachtwoord
- wachtlijst
- wachtkamer
- geldsnoeier
- aanloopgeld
- smartengeld
- gevarengeld
- geldillusie
- aanritsgeld
- geldvoorraad
- toegangsgeld
- geldswaardig
- geldautomaat
- geldwisselaar
- belastinggeld
- overheidsgeld
- geldhoeveelheid
- geldneutraliteit