geldmarkt
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- money market
Etymology
Compound from Dutch, Flemish geld (money, levy, payment) + Dutch, Flemish markt (market).
Origin
Dutch (Brabantic)
markt
Gloss
market
Concept
Semantic Field
Possession
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandelenmarkt Dutch, Flemish
- aanloopgeld Dutch, Flemish
- aanritsgeld Dutch, Flemish
- afzetmarkt Dutch, Flemish
- badgeld Dutch, Flemish
- bankgeld Dutch, Flemish
- belastinggeld Dutch, Flemish
- bloedgeld Dutch, Flemish
- boomgeld Dutch, Flemish
- botermarkt Dutch, Flemish
- drinkgeld Dutch, Flemish
- geld Dutch, Flemish
- geldaanbod Dutch, Flemish
- geldautomaat Dutch, Flemish
- geldbelust Dutch, Flemish
- geldboete Dutch, Flemish
- geldezel Dutch, Flemish
- geldgroei Dutch, Flemish
- geldhandel Dutch, Flemish
- geldhoeveelheid Dutch, Flemish
- geldillusie Dutch, Flemish
- geldkraan Dutch, Flemish
- geldneutraliteit Dutch, Flemish
- geldsnoeier Dutch, Flemish
- geldstraf Dutch, Flemish
- geldswaardig Dutch, Flemish
- geldvoorraad Dutch, Flemish
- geldwezen Dutch, Flemish
- geldwisselaar Dutch, Flemish
- geldwolf Dutch, Flemish
- geldzorg Dutch, Flemish
- gevarengeld Dutch, Flemish
- gruitgeld Dutch, Flemish
- huizenmarkt Dutch, Flemish
- hypermarkt Dutch, Flemish
- jaarmarkt Dutch, Flemish
- kapitaalmarkt Dutch, Flemish
- kerstmarkt Dutch, Flemish
- kleingeld Dutch, Flemish
- losgeld Dutch, Flemish
- luizenmarkt Dutch, Flemish
- markt Dutch, Flemish
- marktconform Dutch, Flemish
- marktdenken Dutch, Flemish
- marktfalen Dutch, Flemish
- marktkraam Dutch, Flemish
- marktleider Dutch, Flemish
- marktplaats Dutch, Flemish
- marktplein Dutch, Flemish
- marktwaarde Dutch, Flemish
- marktwerking Dutch, Flemish
- muntgeld Dutch, Flemish
- overheidsgeld Dutch, Flemish
- pachtgeld Dutch, Flemish
- papiergeld Dutch, Flemish
- rommelmarkt Dutch, Flemish
- slavenmarkt Dutch, Flemish
- smartegeld Dutch, Flemish
- smartengeld Dutch, Flemish
- spaargeld Dutch, Flemish
- supermarkt Dutch, Flemish
- toegangsgeld Dutch, Flemish
- veemarkt Dutch, Flemish
- veulengeld Dutch, Flemish
- vlooienmarkt Dutch, Flemish
- vogeltjesmarkt Dutch, Flemish
- vrijmarkt Dutch, Flemish
- wachtgeld Dutch, Flemish
- walgeld Dutch, Flemish
- weergeld Dutch, Flemish
- wisselgeld Dutch, Flemish
- woningmarkt Dutch, Flemish
- zilvergeld Dutch, Flemish
- zwijggeld Dutch, Flemish
- gelt Middle Dutch
- market Middle Dutch
- geld Afrikaans
- mark Afrikaans
- geld
- markt
- badgeld
- losgeld
- walgeld
- veemarkt
- muntgeld
- geldwolf
- geldezel
- geldzorg
- boomgeld
- bankgeld
- weergeld
- geldboete
- geldwezen
- geldstraf
- bloedgeld
- spaargeld
- geldgroei
- wachtgeld
- pachtgeld
- vrijmarkt
- kleingeld
- zwijggeld
- jaarmarkt
- drinkgeld
- gruitgeld
- geldkraan
- zilvergeld
- botermarkt
- supermarkt
- wisselgeld
- veulengeld
- papiergeld
- smartegeld
- hypermarkt
- afzetmarkt
- marktfalen
- geldhandel
- kerstmarkt
- geldaanbod
- geldbelust
- marktkraam
- marktplein
- geldsnoeier
- aanloopgeld
- geldillusie
- marktleider
- marktdenken
- marktplaats
- rommelmarkt
- aanritsgeld
- huizenmarkt
- marktwaarde
- smartengeld
- gevarengeld
- slavenmarkt
- luizenmarkt
- woningmarkt
- marktconform
- vlooienmarkt
- geldvoorraad
- marktwerking
- toegangsgeld
- geldswaardig
- geldautomaat
- aandelenmarkt
- belastinggeld
- overheidsgeld
- geldwisselaar
- kapitaalmarkt
- vogeltjesmarkt
- geldhoeveelheid
- geldneutraliteit