roodborst
Dutch (Brabantic)
/ˈroːt.bɔrst/
noun
Definitions
- (zoology) A vernacular name for an animal species with a charactistic red (spot on) the chest, notably:
Etymology
Compound from Dutch, Flemish rood (red) + Dutch, Flemish borst (breast, chest, thorax).
Origin
Dutch (Brabantic)
borst
Gloss
breast, chest, thorax
Concept
Semantic Field
The body
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
胸
Emoji
🤱
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- adelborst Dutch, Flemish
- ademborstig Dutch, Flemish
- avondrood Dutch, Flemish
- blauwborst Dutch, Flemish
- bloedrood Dutch, Flemish
- bordeauxrood Dutch, Flemish
- borst Dutch, Flemish
- borstbeeld Dutch, Flemish
- borstbeen Dutch, Flemish
- borstgesteente Dutch, Flemish
- borstkanker Dutch, Flemish
- borstkas Dutch, Flemish
- borstmelk Dutch, Flemish
- borstrok Dutch, Flemish
- borststrijken Dutch, Flemish
- borststuk Dutch, Flemish
- borstsuiker Dutch, Flemish
- borstvalling Dutch, Flemish
- borstvin Dutch, Flemish
- borstvoeding Dutch, Flemish
- borstwapen Dutch, Flemish
- borstweer Dutch, Flemish
- borstwering Dutch, Flemish
- inborst Dutch, Flemish
- karmijnrood Dutch, Flemish
- kersenrood Dutch, Flemish
- kersrood Dutch, Flemish
- kippenborst Dutch, Flemish
- koraalrood Dutch, Flemish
- lippenrood Dutch, Flemish
- morgenrood Dutch, Flemish
- okerrood Dutch, Flemish
- paarsrood Dutch, Flemish
- robijnrood Dutch, Flemish
- rondborstig Dutch, Flemish
- rood Dutch, Flemish
- roodachtig Dutch, Flemish
- roodbaars Dutch, Flemish
- roodbont Dutch, Flemish
- roodborstlijster Dutch, Flemish
- roodgloeiend Dutch, Flemish
- roodhaar Dutch, Flemish
- roodharig Dutch, Flemish
- roodhert Dutch, Flemish
- roodkop Dutch, Flemish
- roodmus Dutch, Flemish
- roodrijder Dutch, Flemish
- roodsel Dutch, Flemish
- roodverschuiving Dutch, Flemish
- rozenrood Dutch, Flemish
- rozerood Dutch, Flemish
- schaamrood Dutch, Flemish
- scharlakenrood Dutch, Flemish
- vuurrood Dutch, Flemish
- wijnrood Dutch, Flemish
- borst Middle Dutch
- rôot Middle Dutch
- bors Afrikaans
- rooi Afrikaans
- rood
- borst
- roodmus
- roodkop
- inborst
- roodsel
- vuurrood
- roodhert
- kersrood
- rozerood
- borstrok
- borstvin
- roodbont
- borstkas
- wijnrood
- okerrood
- roodhaar
- roodharig
- paarsrood
- borstmelk
- borstbeen
- adelborst
- bloedrood
- borstweer
- avondrood
- borststuk
- rozenrood
- roodbaars
- koraalrood
- roodrijder
- borstwapen
- borstbeeld
- roodachtig
- lippenrood
- blauwborst
- kersenrood
- robijnrood
- schaamrood
- morgenrood
- borstkanker
- karmijnrood
- borstwering
- ademborstig
- rondborstig
- borstsuiker
- kippenborst
- roodgloeiend
- borstvoeding
- borstvalling
- bordeauxrood
- borststrijken
- scharlakenrood
- borstgesteente
- roodverschuiving
- roodborstlijster