regenval
Dutch (Brabantic)
/ˈreː.ɣə(n)ˌvɑl/
noun
Definitions
- rainfall
Etymology
Compound from Dutch, Flemish regen (rain) + Dutch, Flemish val (fall, trap, drop, catfish, case).
Origin
Dutch (Brabantic)
val
Gloss
fall, trap, drop, catfish, case
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Action/Process
Kanji
鯰
Emoji
🌠 🌧️ 🌨️ 🍁 🍂 🦔
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanval Dutch, Flemish
- afval Dutch, Flemish
- avondval Dutch, Flemish
- bouwval Dutch, Flemish
- buitenspelval Dutch, Flemish
- cameraval Dutch, Flemish
- ijsregen Dutch, Flemish
- kogelregen Dutch, Flemish
- liquiditeitsval Dutch, Flemish
- meerval Dutch, Flemish
- meteorenregen Dutch, Flemish
- miezerregen Dutch, Flemish
- motregen Dutch, Flemish
- muizenval Dutch, Flemish
- muizeval Dutch, Flemish
- naamval Dutch, Flemish
- nachtval Dutch, Flemish
- overval Dutch, Flemish
- regen Dutch, Flemish
- regenachtig Dutch, Flemish
- regenboog Dutch, Flemish
- regenbui Dutch, Flemish
- regendans Dutch, Flemish
- regendruppel Dutch, Flemish
- regenen Dutch, Flemish
- regenjack Dutch, Flemish
- regenjas Dutch, Flemish
- regenmantel Dutch, Flemish
- regenpijp Dutch, Flemish
- regenschaduw Dutch, Flemish
- regenscherm Dutch, Flemish
- regentijd Dutch, Flemish
- regenton Dutch, Flemish
- regenwater Dutch, Flemish
- regenwolk Dutch, Flemish
- regenworm Dutch, Flemish
- sneeuwval Dutch, Flemish
- sterrenregen Dutch, Flemish
- stortregen Dutch, Flemish
- terugval Dutch, Flemish
- toeristenval Dutch, Flemish
- toeval Dutch, Flemish
- tongval Dutch, Flemish
- uitval Dutch, Flemish
- val Dutch, Flemish
- valavond Dutch, Flemish
- valkuil Dutch, Flemish
- valscherm Dutch, Flemish
- valstrik Dutch, Flemish
- valuur Dutch, Flemish
- voorval Dutch, Flemish
- waterval Dutch, Flemish
- werkloosheidsval Dutch, Flemish
- zonneregen Dutch, Flemish
- zwavelregen Dutch, Flemish
- regen Middle Dutch
- rēgen Middle Dutch
- reën Afrikaans
- reënval Afrikaans
- val Afrikaans
- waterval Afrikaans
- val
- regen
- afval
- toeval
- uitval
- aanval
- valuur
- bouwval
- regenen
- meerval
- valkuil
- voorval
- tongval
- overval
- naamval
- motregen
- waterval
- muizeval
- valstrik
- regenjas
- regenbui
- terugval
- avondval
- ijsregen
- nachtval
- valavond
- regenton
- muizenval
- regenboog
- regenworm
- valscherm
- regendans
- regenpijp
- regenwolk
- regenjack
- cameraval
- sneeuwval
- regentijd
- stortregen
- regenwater
- zonneregen
- kogelregen
- miezerregen
- zwavelregen
- regenmantel
- regenscherm
- regenachtig
- toeristenval
- regenschaduw
- regendruppel
- sterrenregen
- meteorenregen
- buitenspelval
- liquiditeitsval
- werkloosheidsval