gemeen
Dutch (Brabantic)
/ɣəˈmeːn/
adj
Definitions
- mean, hurtful
- intense, extreme
- (somewhat) common, shared, communal
Etymology
Inherited from Middle Dutch gemêen inherited from Old Dutch *gimēni inherited from Proto-Germanic *gamainiz (common, shared, communal, general, public).
Origin
Proto-Germanic
*gamainiz
Gloss
common, shared, communal, general, public
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- gemeinschaft English
- Gemeinde German
- Gemeine Fichte German
- Gemeinfreiheit German
- Gemeingut German
- Gemeinheit German
- Gemeinschaft German
- Gemeinwohl German
- allgemein German
- gemein German
- gemeinfasslich German
- gemeinfrei German
- gemeingefährlich German
- gemeingermanisch German
- gemeinsam German
- gemeinslawisch German
- hundsgemein German
- ungemein German
- buiten Dutch, Flemish
- buitengemeen Dutch, Flemish
- deelgemeente Dutch, Flemish
- dorpsgemeenschap Dutch, Flemish
- fusiegemeente Dutch, Flemish
- gemeengoed Dutch, Flemish
- gemeenplaats Dutch, Flemish
- gemeenschap Dutch, Flemish
- gemeenschappelijk Dutch, Flemish
- gemeenschapspot Dutch, Flemish
- gemeenschapszin Dutch, Flemish
- gemeenslachtig Dutch, Flemish
- gemeente Dutch, Flemish
- gemeenteambtenaar Dutch, Flemish
- gemeentebestuur Dutch, Flemish
- gemeentegrens Dutch, Flemish
- gemeentehuis Dutch, Flemish
- gemeentelijk Dutch, Flemish
- gemeenteraad Dutch, Flemish
- gemeentewerken Dutch, Flemish
- gemeenzaam Dutch, Flemish
- gemeenzaamheid Dutch, Flemish
- gemenerik Dutch, Flemish
- geslachtsgemeenschap Dutch, Flemish
- goed Dutch, Flemish
- hand Dutch, Flemish
- handgemeen Dutch, Flemish
- leefgemeenschap Dutch, Flemish
- lijfsgemeenschap Dutch, Flemish
- plaats Dutch, Flemish
- slacht Dutch, Flemish
- *ḱom-moynis Proto-Indo-European
- *ḱommoynis Proto-Indo-European
- *gamainiz Proto-Germanic
- gemen Swedish
- gemensam Swedish
- gemenskap Swedish
- gemæne Old English
- geminte Indonesian
- haminte Indonesian
- gemeende Middle Dutch
- gemeenschap Middle Dutch
- gemêen Middle Dutch
- gemeini Old High German
- gimeini Old High German
- gimeinī Old High German
- gemeenskap Afrikaans
- gemeente Afrikaans
- gemein Middle High German
- gemeng Luxembourgish, Letzeburgesch
- 𐌲𐌰𐌲𐌰𐌼𐌰𐌹𐌽𐌾𐌰𐌽 Gothic
- 𐌲𐌰𐌼𐌰𐌹𐌽𐌳𐌿𐌸𐍃 Gothic
- 𐌲𐌰𐌼𐌰𐌹𐌽𐌴𐌹 Gothic
- 𐌲𐌰𐌼𐌰𐌹𐌽𐍃 Gothic
- *gamainī gmw-pro
- *gimēni Old Dutch
- *gimēnitha Old Dutch
- gemēn Middle Low German
- gimēnitha Old Saxon
- gemeente Western Frisian
- goed
- hand
- plaats
- buiten
- slacht
- gemeente
- gemenerik
- gemeengoed
- gemeenzaam
- handgemeen
- gemeenschap
- buitengemeen
- gemeentelijk
- deelgemeente
- gemeenplaats
- gemeentehuis
- gemeenteraad
- fusiegemeente
- gemeentegrens
- gemeenslachtig
- gemeenzaamheid
- gemeentewerken
- gemeenschapszin
- gemeenschapspot
- leefgemeenschap
- gemeentebestuur
- dorpsgemeenschap
- lijfsgemeenschap
- gemeenteambtenaar
- gemeenschappelijk
- geslachtsgemeenschap