geestdrijver
Dutch (Brabantic)
/ˈɣeːs(t)ˌdrɛi̯.vər/
noun
Definitions
- (religion) A zealot who purports to be guided by a deity, in particular by the Holy Spirit; originally used of Protestant sectaries who insisted on leadership by the Holy Spirit.
- (by extension) A demagogue or agitator.
Etymology
Affix from Dutch, Flemish geest (spirit, ghost, mind, vapour, heathland, breath, heath, Holy Spirit) + Dutch, Flemish drijven (drive, move, direct, lead, drift, float, chase).
Origin
Dutch (Brabantic)
drijven
Gloss
drive, move, direct, lead, drift, float, chase
Concept
Semantic Field
Animals
Ontological Category
Action/Process
Kanji
鉛
Emoji
🚂
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aandrijven Dutch, Flemish
- afdrijven Dutch, Flemish
- bedrijven Dutch, Flemish
- doordrijven Dutch, Flemish
- dribbelen Dutch, Flemish
- drijfhout Dutch, Flemish
- drijfijs Dutch, Flemish
- drijfjacht Dutch, Flemish
- drijfsijs Dutch, Flemish
- drijfveer Dutch, Flemish
- drijfvermogen Dutch, Flemish
- drijfzand Dutch, Flemish
- drijven Dutch, Flemish
- droefgeestig Dutch, Flemish
- dwaalgeest Dutch, Flemish
- geest Dutch, Flemish
- geestdodend Dutch, Flemish
- geestdrift Dutch, Flemish
- geestelijk Dutch, Flemish
- geesteskind Dutch, Flemish
- geesteskrankheid Dutch, Flemish
- geestesoog Dutch, Flemish
- geesteswetenschap Dutch, Flemish
- geestesziek Dutch, Flemish
- geestesziekte Dutch, Flemish
- geestgrond Dutch, Flemish
- geestig Dutch, Flemish
- geestrijk Dutch, Flemish
- geestverwant Dutch, Flemish
- hellegeest Dutch, Flemish
- hemelgeest Dutch, Flemish
- huisgeest Dutch, Flemish
- kleingeestig Dutch, Flemish
- klopgeest Dutch, Flemish
- naargeestig Dutch, Flemish
- ondernemingsgeest Dutch, Flemish
- overdrijven Dutch, Flemish
- plaaggeest Dutch, Flemish
- ploeggeest Dutch, Flemish
- teamgeest Dutch, Flemish
- tijdgeest Dutch, Flemish
- tijdsgeest Dutch, Flemish
- uitdrijven Dutch, Flemish
- verdrijven Dutch, Flemish
- voortdrijven Dutch, Flemish
- wargeest Dutch, Flemish
- watergeest Dutch, Flemish
- дрейф Russian
- driven Middle Dutch
- drîven Middle Dutch
- gêest Middle Dutch
- dryf Afrikaans
- gees Afrikaans
- drif Papiamentu
- geest
- geestig
- drijven
- drijfijs
- wargeest
- drijfhout
- drijfsijs
- afdrijven
- bedrijven
- drijfzand
- klopgeest
- tijdgeest
- geestrijk
- drijfveer
- dribbelen
- teamgeest
- huisgeest
- watergeest
- tijdsgeest
- hellegeest
- geestesoog
- geestelijk
- geestdrift
- uitdrijven
- ploeggeest
- plaaggeest
- aandrijven
- drijfjacht
- geestgrond
- hemelgeest
- dwaalgeest
- verdrijven
- doordrijven
- geesteskind
- overdrijven
- geestesziek
- naargeestig
- geestdodend
- droefgeestig
- kleingeestig
- geestverwant
- voortdrijven
- geestesziekte
- drijfvermogen
- geesteskrankheid
- ondernemingsgeest
- geesteswetenschap