drijfijs
Dutch (Brabantic)
/ˈdrɛi̯f.ɛi̯s/
noun
Definitions
- floating ice, drift ice
Etymology
Compound from Dutch, Flemish drijven (drive, move, direct, lead, drift, float, chase) + Dutch, Flemish ijs (ice, ice cream).
Origin
Dutch (Brabantic)
ijs
Gloss
ice, ice cream
Concept
Semantic Field
The physical world
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
氷
Emoji
⛸️ ❄️ 🌨️ 🍦 🍧 🍨 🏒 🐻❄️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- ice English
- IJsland Dutch, Flemish
- aandrijven Dutch, Flemish
- afdrijven Dutch, Flemish
- bedrijven Dutch, Flemish
- bomijs Dutch, Flemish
- doordrijven Dutch, Flemish
- dribbelen Dutch, Flemish
- drijfhout Dutch, Flemish
- drijfjacht Dutch, Flemish
- drijfsijs Dutch, Flemish
- drijfveer Dutch, Flemish
- drijfvermogen Dutch, Flemish
- drijfzand Dutch, Flemish
- drijven Dutch, Flemish
- geestdrijver Dutch, Flemish
- ijs Dutch, Flemish
- ijsbaan Dutch, Flemish
- ijsbeer Dutch, Flemish
- ijsberg Dutch, Flemish
- ijsbericht Dutch, Flemish
- ijsblokje Dutch, Flemish
- ijsbreker Dutch, Flemish
- ijsdag Dutch, Flemish
- ijsdansen Dutch, Flemish
- ijsgebergte Dutch, Flemish
- ijshaai Dutch, Flemish
- ijshockey Dutch, Flemish
- ijshoen Dutch, Flemish
- ijskap Dutch, Flemish
- ijskast Dutch, Flemish
- ijskegel Dutch, Flemish
- ijsklont Dutch, Flemish
- ijskoffie Dutch, Flemish
- ijskoningin Dutch, Flemish
- ijskoud Dutch, Flemish
- ijspegel Dutch, Flemish
- ijsplateau Dutch, Flemish
- ijsregen Dutch, Flemish
- ijsreus Dutch, Flemish
- ijssalon Dutch, Flemish
- ijsschol Dutch, Flemish
- ijsschots Dutch, Flemish
- ijstaria Dutch, Flemish
- ijsthee Dutch, Flemish
- ijstijd Dutch, Flemish
- ijsveld Dutch, Flemish
- ijsvogel Dutch, Flemish
- ijsvrij Dutch, Flemish
- ijswater Dutch, Flemish
- ijswinkel Dutch, Flemish
- ijswoestijn Dutch, Flemish
- ijszee Dutch, Flemish
- ijzig Dutch, Flemish
- kunstijs Dutch, Flemish
- natuurijs Dutch, Flemish
- overdrijven Dutch, Flemish
- roomijs Dutch, Flemish
- uitdrijven Dutch, Flemish
- verdrijven Dutch, Flemish
- voortdrijven Dutch, Flemish
- waterijs Dutch, Flemish
- zeeijs Dutch, Flemish
- дрейф Russian
- es Indonesian
- driven Middle Dutch
- drîven Middle Dutch
- ijs Middle Dutch
- dryf Afrikaans
- ys Afrikaans
- yskas Afrikaans
- drif Papiamentu
- eis Papiamentu
- eisi Aukan
- ijs
- ijzig
- zeeijs
- ijszee
- ijsdag
- ijskap
- bomijs
- ijsberg
- ijsthee
- ijstijd
- ijsbaan
- ijsbeer
- ijskoud
- IJsland
- ijshaai
- ijsreus
- ijskast
- drijven
- ijsvrij
- ijsveld
- ijshoen
- roomijs
- ijsvogel
- kunstijs
- ijsschol
- ijspegel
- ijskegel
- ijswater
- ijsregen
- waterijs
- ijstaria
- ijssalon
- ijsklont
- drijfhout
- natuurijs
- ijsblokje
- drijfsijs
- afdrijven
- bedrijven
- drijfzand
- ijskoffie
- ijshockey
- ijsschots
- ijsdansen
- drijfveer
- dribbelen
- ijsbreker
- ijswinkel
- uitdrijven
- aandrijven
- ijsbericht
- ijsplateau
- drijfjacht
- verdrijven
- ijswoestijn
- doordrijven
- overdrijven
- ijsgebergte
- ijskoningin
- geestdrijver
- voortdrijven
- drijfvermogen