ijsvrij
Dutch (Brabantic)
/ˈɛisˌvrɛi/
noun
Definitions
- A snow day.
Etymology
Compound from Dutch, Flemish ijs (ice, ice cream) + Dutch, Flemish vrij (free, -less, without, -free, unbound, -proof).
Origin
Dutch (Brabantic)
vrij
Gloss
free, -less, without, -free, unbound, -proof
Concept
Semantic Field
Possession
Ontological Category
Property
Emoji
🐺
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- ice English
- IJsland Dutch, Flemish
- bomijs Dutch, Flemish
- drijfijs Dutch, Flemish
- gastvrij Dutch, Flemish
- ijs Dutch, Flemish
- ijsbaan Dutch, Flemish
- ijsbeer Dutch, Flemish
- ijsberg Dutch, Flemish
- ijsbericht Dutch, Flemish
- ijsblokje Dutch, Flemish
- ijsbreker Dutch, Flemish
- ijsdag Dutch, Flemish
- ijsdansen Dutch, Flemish
- ijsgebergte Dutch, Flemish
- ijshaai Dutch, Flemish
- ijshockey Dutch, Flemish
- ijshoen Dutch, Flemish
- ijskap Dutch, Flemish
- ijskast Dutch, Flemish
- ijskegel Dutch, Flemish
- ijsklont Dutch, Flemish
- ijskoffie Dutch, Flemish
- ijskoningin Dutch, Flemish
- ijskoud Dutch, Flemish
- ijspegel Dutch, Flemish
- ijsplateau Dutch, Flemish
- ijsregen Dutch, Flemish
- ijsreus Dutch, Flemish
- ijssalon Dutch, Flemish
- ijsschol Dutch, Flemish
- ijsschots Dutch, Flemish
- ijstaria Dutch, Flemish
- ijsthee Dutch, Flemish
- ijstijd Dutch, Flemish
- ijsveld Dutch, Flemish
- ijsvogel Dutch, Flemish
- ijswater Dutch, Flemish
- ijswinkel Dutch, Flemish
- ijswoestijn Dutch, Flemish
- ijszee Dutch, Flemish
- ijzig Dutch, Flemish
- kunstijs Dutch, Flemish
- natuurijs Dutch, Flemish
- roomijs Dutch, Flemish
- vogelvrij Dutch, Flemish
- vrij Dutch, Flemish
- vrijaf Dutch, Flemish
- vrijdenker Dutch, Flemish
- vrijgeleide Dutch, Flemish
- vrijgesteld Dutch, Flemish
- vrijgeven Dutch, Flemish
- vrijgevig Dutch, Flemish
- vrijgezel Dutch, Flemish
- vrijhandel Dutch, Flemish
- vrijhaven Dutch, Flemish
- vrijheid Dutch, Flemish
- vrijkorps Dutch, Flemish
- vrijmaken Dutch, Flemish
- vrijmarkt Dutch, Flemish
- vrijmetselaar Dutch, Flemish
- vrijpion Dutch, Flemish
- vrijplaats Dutch, Flemish
- vrijpleiten Dutch, Flemish
- vrijspraak Dutch, Flemish
- vrijstaat Dutch, Flemish
- vrijstad Dutch, Flemish
- vrijwillig Dutch, Flemish
- vrijzinnig Dutch, Flemish
- waterijs Dutch, Flemish
- zeeijs Dutch, Flemish
- es Indonesian
- filibuster Indonesian
- prei Indonesian
- ijs Middle Dutch
- vri Middle Dutch
- ys Afrikaans
- yskas Afrikaans
- eis Papiamentu
- eisi Aukan
- ijs
- vrij
- ijzig
- zeeijs
- ijszee
- ijsdag
- ijskap
- vrijaf
- bomijs
- ijsberg
- ijsthee
- ijstijd
- ijsbaan
- ijsbeer
- ijskoud
- IJsland
- ijshaai
- ijsreus
- ijskast
- ijsveld
- ijshoen
- roomijs
- gastvrij
- ijsvogel
- kunstijs
- ijsschol
- ijspegel
- ijskegel
- drijfijs
- vrijpion
- vrijheid
- ijswater
- vrijstad
- ijsregen
- waterijs
- ijstaria
- ijssalon
- ijsklont
- natuurijs
- ijsblokje
- vrijmaken
- ijskoffie
- vrijkorps
- vogelvrij
- vrijstaat
- ijshockey
- ijsschots
- vrijgeven
- vrijgezel
- ijsdansen
- ijsbreker
- vrijhaven
- ijswinkel
- vrijmarkt
- vrijgevig
- ijsbericht
- vrijzinnig
- ijsplateau
- vrijspraak
- vrijdenker
- vrijwillig
- vrijplaats
- vrijhandel
- ijswoestijn
- vrijgesteld
- vrijpleiten
- ijsgebergte
- vrijgeleide
- ijskoningin
- vrijmetselaar