bovenzang
Dutch (Brabantic)
/ˈboː.və(n)ˌzɑŋ/
noun
Definitions
- (archaic) the highest part or register of a multivocal work
- (obsolete) soprano register
Etymology
Compound from Dutch, Flemish boven (upper, above, over -, upstairs) + Dutch, Flemish zang (song, singing).
Origin
Dutch (Brabantic)
zang
Gloss
song, singing
Concept
Semantic Field
Modern world
Ontological Category
Classifier
Kanji
歌, 唄
Emoji
🎵
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- boven Dutch, Flemish
- bovenbaas Dutch, Flemish
- bovenbuur Dutch, Flemish
- bovengemiddeld Dutch, Flemish
- bovengistend Dutch, Flemish
- bovengoed Dutch, Flemish
- bovengrens Dutch, Flemish
- bovenhalen Dutch, Flemish
- bovenklasse Dutch, Flemish
- bovenkruier Dutch, Flemish
- bovenleiding Dutch, Flemish
- bovenlijf Dutch, Flemish
- bovenlimiet Dutch, Flemish
- bovenlip Dutch, Flemish
- bovennatuur Dutch, Flemish
- bovenstaand Dutch, Flemish
- bovenstad Dutch, Flemish
- bovenstem Dutch, Flemish
- boventoon Dutch, Flemish
- bovenwaarts Dutch, Flemish
- bovenwereld Dutch, Flemish
- bovenwerkelijk Dutch, Flemish
- bovenwinds Dutch, Flemish
- keelzang Dutch, Flemish
- keerzang Dutch, Flemish
- lofzang Dutch, Flemish
- ondersteboven Dutch, Flemish
- samenzang Dutch, Flemish
- wildzang Dutch, Flemish
- zang Dutch, Flemish
- zanger Dutch, Flemish
- zangleraar Dutch, Flemish
- zanglerares Dutch, Flemish
- zangvogel Dutch, Flemish
- zwanenzang Dutch, Flemish
- boven Middle Dutch
- sanc Middle Dutch
- bo Afrikaans
- zang
- boven
- zanger
- lofzang
- bovenlip
- keelzang
- wildzang
- keerzang
- bovenstad
- boventoon
- samenzang
- bovengoed
- zangvogel
- bovenbaas
- bovenbuur
- bovenlijf
- bovenstem
- bovenhalen
- zwanenzang
- zangleraar
- bovenwinds
- bovengrens
- zanglerares
- bovenlimiet
- bovenkruier
- bovenklasse
- bovenwereld
- bovennatuur
- bovenstaand
- bovenwaarts
- bovenleiding
- bovengistend
- ondersteboven
- bovenwerkelijk
- bovengemiddeld