bovenlip
Dutch (Brabantic)
/ˈboː.və(n)ˌlɪp/
noun
Definitions
- upper lip
Etymology
Compound from Dutch, Flemish boven (upper, above, over -, upstairs) + Dutch, Flemish lip (lip).
Origin
Dutch (Brabantic)
lip
Gloss
lip
Concept
Semantic Field
The body
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
👄 💋
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- boven Dutch, Flemish
- bovenbaas Dutch, Flemish
- bovenbuur Dutch, Flemish
- bovengemiddeld Dutch, Flemish
- bovengistend Dutch, Flemish
- bovengoed Dutch, Flemish
- bovengrens Dutch, Flemish
- bovenhalen Dutch, Flemish
- bovenklasse Dutch, Flemish
- bovenkruier Dutch, Flemish
- bovenleiding Dutch, Flemish
- bovenlijf Dutch, Flemish
- bovenlimiet Dutch, Flemish
- bovennatuur Dutch, Flemish
- bovenstaand Dutch, Flemish
- bovenstad Dutch, Flemish
- bovenstem Dutch, Flemish
- boventoon Dutch, Flemish
- bovenwaarts Dutch, Flemish
- bovenwereld Dutch, Flemish
- bovenwerkelijk Dutch, Flemish
- bovenwinds Dutch, Flemish
- bovenzang Dutch, Flemish
- diklippig Dutch, Flemish
- koortslip Dutch, Flemish
- lip Dutch, Flemish
- lipklank Dutch, Flemish
- liplezen Dutch, Flemish
- lippendienst Dutch, Flemish
- lippenrood Dutch, Flemish
- lippenstift Dutch, Flemish
- lipvis Dutch, Flemish
- loslippig Dutch, Flemish
- onderlip Dutch, Flemish
- ondersteboven Dutch, Flemish
- schaamlip Dutch, Flemish
- boven Middle Dutch
- leppe Middle Dutch
- bo Afrikaans
- lip Afrikaans
- lip
- boven
- lipvis
- onderlip
- lipklank
- liplezen
- bovenstad
- boventoon
- loslippig
- diklippig
- bovengoed
- koortslip
- bovenbaas
- bovenbuur
- bovenzang
- bovenlijf
- bovenstem
- schaamlip
- bovenhalen
- lippenrood
- bovenwinds
- bovengrens
- bovenlimiet
- bovenkruier
- bovenklasse
- bovenwereld
- bovennatuur
- lippenstift
- bovenstaand
- bovenwaarts
- bovenleiding
- lippendienst
- bovengistend
- ondersteboven
- bovenwerkelijk
- bovengemiddeld