wijnazijn
Dutch (Brabantic)
/ˈʋɛi̯naːzɛi̯n/
noun
Definitions
- wine vinegar
Etymology
Compound from Dutch, Flemish wijn (wine, wijn) + Dutch, Flemish azijn (vinegar).
Origin
Dutch (Brabantic)
azijn
Gloss
vinegar
Concept
Semantic Field
Food and drink
Ontological Category
Person/Thing
Kanji
酢
Emoji
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- appelwijn Dutch, Flemish
- azijn Dutch, Flemish
- azijnaal Dutch, Flemish
- azijnpisser Dutch, Flemish
- azijnwater Dutch, Flemish
- azijnzuur Dutch, Flemish
- bierazijn Dutch, Flemish
- bisschopswijn Dutch, Flemish
- braakwijn Dutch, Flemish
- brandewijn Dutch, Flemish
- bubbelwijn Dutch, Flemish
- dadelwijn Dutch, Flemish
- kraamwijn Dutch, Flemish
- miswijn Dutch, Flemish
- ooftwijn Dutch, Flemish
- palmwijn Dutch, Flemish
- rijstwijn Dutch, Flemish
- schuimwijn Dutch, Flemish
- vruchtenwijn Dutch, Flemish
- wijn Dutch, Flemish
- wijnberg Dutch, Flemish
- wijnboer Dutch, Flemish
- wijnbouw Dutch, Flemish
- wijnfles Dutch, Flemish
- wijngaard Dutch, Flemish
- wijnglas Dutch, Flemish
- wijnhandelaar Dutch, Flemish
- wijnhelling Dutch, Flemish
- wijnhuis Dutch, Flemish
- wijnjaar Dutch, Flemish
- wijnkelder Dutch, Flemish
- wijnoogst Dutch, Flemish
- wijnpers Dutch, Flemish
- wijnrank Dutch, Flemish
- wijnrood Dutch, Flemish
- wijnruit Dutch, Flemish
- wijnsteen Dutch, Flemish
- wijnvlek Dutch, Flemish
- witte wijn Dutch, Flemish
- aisine Middle Dutch
- wijn Middle Dutch
- asyn Afrikaans
- wyn Afrikaans
- wijn
- azijn
- miswijn
- wijnrank
- wijnberg
- wijnfles
- wijnhuis
- wijnruit
- wijnpers
- wijnglas
- azijnaal
- wijnvlek
- palmwijn
- wijnjaar
- wijnrood
- wijnboer
- ooftwijn
- wijnbouw
- bierazijn
- wijnoogst
- rijstwijn
- kraamwijn
- azijnzuur
- appelwijn
- wijnsteen
- braakwijn
- dadelwijn
- wijngaard
- schuimwijn
- brandewijn
- witte wijn
- azijnwater
- wijnkelder
- bubbelwijn
- wijnhelling
- azijnpisser
- vruchtenwijn
- bisschopswijn
- wijnhandelaar