voortvaren
Dutch (Brabantic)
verb
Definitions
- (archaic) to go through, to go ahead, to hold course
Etymology
Inherited from Middle Dutch vortvaren inherited from Old Dutch forthfaran compound from Dutch, Flemish voort (forward, forth) + Dutch, Flemish varen (sail, navigate, fare, fern).
Origin
Dutch (Brabantic)
varen
Gloss
sail, navigate, fare, fern
Concept
Semantic Field
Motion
Ontological Category
Action/Process
Kanji
帆
Emoji
⛵️
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- Noordsvaarder Dutch, Flemish
- Oostvaarder Dutch, Flemish
- aanvaren Dutch, Flemish
- bevaren Dutch, Flemish
- boomvaren Dutch, Flemish
- doorvaren Dutch, Flemish
- eikvaren Dutch, Flemish
- ervaren Dutch, Flemish
- koopvaarder Dutch, Flemish
- noordvaarder Dutch, Flemish
- ontvaren Dutch, Flemish
- overvaren Dutch, Flemish
- spelevaren Dutch, Flemish
- vaarboom Dutch, Flemish
- vaarder Dutch, Flemish
- vaargeul Dutch, Flemish
- vaartuig Dutch, Flemish
- vaarwater Dutch, Flemish
- vaarweg Dutch, Flemish
- varen Dutch, Flemish
- vervaren Dutch, Flemish
- voort Dutch, Flemish
- voortborduren Dutch, Flemish
- voortbrengen Dutch, Flemish
- voortdrijven Dutch, Flemish
- voortduren Dutch, Flemish
- voortgaan Dutch, Flemish
- voortgang Dutch, Flemish
- voorthelpen Dutch, Flemish
- voortkomen Dutch, Flemish
- voortplanten Dutch, Flemish
- voorts Dutch, Flemish
- voortschrijden Dutch, Flemish
- voortslepen Dutch, Flemish
- voorttrekken Dutch, Flemish
- voortzetten Dutch, Flemish
- welvaren Dutch, Flemish
- vort Middle Dutch
- vortvaren Middle Dutch
- vāren Middle Dutch
- forthfaran Old Dutch
- varen
- voort
- voorts
- vaarweg
- bevaren
- vaarder
- ervaren
- vervaren
- vaargeul
- ontvaren
- vaarboom
- eikvaren
- aanvaren
- vaartuig
- welvaren
- overvaren
- doorvaren
- boomvaren
- voortgang
- voortgaan
- vaarwater
- spelevaren
- voortkomen
- voortduren
- voortslepen
- Oostvaarder
- voortzetten
- koopvaarder
- voorthelpen
- voortplanten
- voortdrijven
- voorttrekken
- voortbrengen
- noordvaarder
- voortborduren
- Noordsvaarder
- voortschrijden