vogelnest
Dutch (Brabantic)
noun
Definitions
- bird's nest
Etymology
Affix from Dutch, Flemish vogel (bird, dude, cat, critter, person) + Dutch, Flemish nest (nest).
Origin
Dutch (Brabantic)
nest
Gloss
nest
Concept
Semantic Field
Animals
Ontological Category
Person/Thing
Emoji
🪆
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- fowl English
- aasvogel Dutch, Flemish
- bandietennest Dutch, Flemish
- bijennest Dutch, Flemish
- broeinest Dutch, Flemish
- geluksvogel Dutch, Flemish
- ijsvogel Dutch, Flemish
- jazzvogel Dutch, Flemish
- kanarievogel Dutch, Flemish
- katvogel Dutch, Flemish
- kraaiennest Dutch, Flemish
- kraamnest Dutch, Flemish
- kraanvogel Dutch, Flemish
- lokvogel Dutch, Flemish
- loopvogel Dutch, Flemish
- mierennest Dutch, Flemish
- mitrailleursnest Dutch, Flemish
- nest Dutch, Flemish
- nestblijver Dutch, Flemish
- nestelen Dutch, Flemish
- nestkast Dutch, Flemish
- nestvlieder Dutch, Flemish
- nestwarmte Dutch, Flemish
- neushoornvogel Dutch, Flemish
- olifantsvogel Dutch, Flemish
- ongeluksvogel Dutch, Flemish
- paradijsvogel Dutch, Flemish
- pechvogel Dutch, Flemish
- pestvogel Dutch, Flemish
- prieelvogel Dutch, Flemish
- roofvogel Dutch, Flemish
- roofvogelnest Dutch, Flemish
- secretarisvogel Dutch, Flemish
- smokkelnest Dutch, Flemish
- speelvogel Dutch, Flemish
- standvogel Dutch, Flemish
- stinkvogel Dutch, Flemish
- stootvogel Dutch, Flemish
- struisvogel Dutch, Flemish
- trekvogel Dutch, Flemish
- vogel Dutch, Flemish
- vogelaar Dutch, Flemish
- vogelachtig Dutch, Flemish
- vogelbekdier Dutch, Flemish
- vogelfauna Dutch, Flemish
- vogelgriep Dutch, Flemish
- vogelhuis Dutch, Flemish
- vogelkenner Dutch, Flemish
- vogelkooi Dutch, Flemish
- vogelkunde Dutch, Flemish
- vogelmelk Dutch, Flemish
- vogelperspectief Dutch, Flemish
- vogelpest Dutch, Flemish
- vogelpik Dutch, Flemish
- vogelpoep Dutch, Flemish
- vogelspotter Dutch, Flemish
- vogelstruis Dutch, Flemish
- vogeltrek Dutch, Flemish
- vogelverschrikker Dutch, Flemish
- vogelvlucht Dutch, Flemish
- vogelvrij Dutch, Flemish
- vogelwichelaar Dutch, Flemish
- vogelwichelarij Dutch, Flemish
- vogelzaad Dutch, Flemish
- vuurvogel Dutch, Flemish
- waardvogel Dutch, Flemish
- walgvogel Dutch, Flemish
- watervogel Dutch, Flemish
- wespennest Dutch, Flemish
- zangvogel Dutch, Flemish
- zwemvogel Dutch, Flemish
- nest Middle Dutch
- vōgel Middle Dutch
- voël Afrikaans
- nest
- vogel
- ijsvogel
- vogelaar
- nestkast
- vogelpik
- lokvogel
- nestelen
- katvogel
- aasvogel
- vogelpoep
- broeinest
- vuurvogel
- loopvogel
- vogelhuis
- roofvogel
- jazzvogel
- zwemvogel
- zangvogel
- vogelpest
- pestvogel
- bijennest
- walgvogel
- vogelmelk
- kraamnest
- vogeltrek
- trekvogel
- pechvogel
- vogelvrij
- vogelzaad
- vogelkooi
- waardvogel
- stinkvogel
- watervogel
- nestwarmte
- stootvogel
- standvogel
- vogelfauna
- wespennest
- vogelgriep
- mierennest
- vogelkunde
- kraanvogel
- speelvogel
- prieelvogel
- vogelachtig
- struisvogel
- vogelvlucht
- nestblijver
- smokkelnest
- vogelstruis
- nestvlieder
- kraaiennest
- vogelkenner
- geluksvogel
- vogelbekdier
- kanarievogel
- vogelspotter
- ongeluksvogel
- paradijsvogel
- olifantsvogel
- roofvogelnest
- bandietennest
- vogelwichelaar
- neushoornvogel
- vogelwichelarij
- secretarisvogel
- mitrailleursnest
- vogelperspectief
- vogelverschrikker