veehouder
Dutch (Brabantic)
/ˈveːˌɦɑu̯.dər/
noun
Definitions
- (agriculture) someone who keeps livestock, a livestock farmer
Etymology
Affix from Dutch, Flemish vee (livestock, cattle) + Dutch, Flemish houden (hold, keep, retain).
Origin
Dutch (Brabantic)
houden
Gloss
hold, keep, retain
Concept
Semantic Field
Possession
Ontological Category
Action/Process
Emoji
👫 🧑🤝🧑
Timeline
Distribution of cognates by language
Geogrpahic distribution of cognates
Cognates and derived terms
- aanhouden Dutch, Flemish
- afhouden Dutch, Flemish
- behouden Dutch, Flemish
- bezighouden Dutch, Flemish
- bijeenhouden Dutch, Flemish
- bijenhouder Dutch, Flemish
- bijhouden Dutch, Flemish
- dansvee Dutch, Flemish
- grootvee Dutch, Flemish
- hoornvee Dutch, Flemish
- houdbaar Dutch, Flemish
- houden Dutch, Flemish
- houder Dutch, Flemish
- houdgreep Dutch, Flemish
- houdster Dutch, Flemish
- houwtouw Dutch, Flemish
- huishouden Dutch, Flemish
- inhouden Dutch, Flemish
- klapvee Dutch, Flemish
- kleinvee Dutch, Flemish
- melkvee Dutch, Flemish
- melkveehouderij Dutch, Flemish
- mestvee Dutch, Flemish
- mishouden Dutch, Flemish
- nahouden Dutch, Flemish
- onderhouden Dutch, Flemish
- onthouden Dutch, Flemish
- ophouden Dutch, Flemish
- overhouden Dutch, Flemish
- pluimvee Dutch, Flemish
- rundvee Dutch, Flemish
- scharrelvee Dutch, Flemish
- schildhouder Dutch, Flemish
- stemvee Dutch, Flemish
- tegenhouden Dutch, Flemish
- uithouden Dutch, Flemish
- vasthouden Dutch, Flemish
- vee Dutch, Flemish
- veearts Dutch, Flemish
- veeboer Dutch, Flemish
- veedief Dutch, Flemish
- veehouderij Dutch, Flemish
- veeknecht Dutch, Flemish
- veemarkt Dutch, Flemish
- veerooster Dutch, Flemish
- veestapel Dutch, Flemish
- veesterfte Dutch, Flemish
- veeteelt Dutch, Flemish
- veetrek Dutch, Flemish
- verhouden Dutch, Flemish
- vershoudfolie Dutch, Flemish
- weerhouden Dutch, Flemish
- houden Middle Dutch
- vêe Middle Dutch
- hou Afrikaans
- vee
- houder
- houden
- veedief
- rundvee
- mestvee
- veeboer
- dansvee
- veetrek
- stemvee
- veearts
- klapvee
- melkvee
- behouden
- afhouden
- grootvee
- houwtouw
- veemarkt
- nahouden
- houdster
- inhouden
- hoornvee
- kleinvee
- ophouden
- houdbaar
- veeteelt
- pluimvee
- uithouden
- veeknecht
- bijhouden
- mishouden
- aanhouden
- verhouden
- veestapel
- houdgreep
- onthouden
- vasthouden
- huishouden
- overhouden
- veesterfte
- weerhouden
- veerooster
- bezighouden
- tegenhouden
- veehouderij
- onderhouden
- bijenhouder
- scharrelvee
- bijeenhouden
- schildhouder
- vershoudfolie
- melkveehouderij